‐
De eersten wekte Hij op tot geduld met mekaar.
Wanneer een kameraad naar hem sloeg of met iets
naar hem wierp, mocht hij zich niet wreken, niets
tegendoen, maar moest het geduldig verdragen,
zich verwijderen en aan de vijand vergeven.
‐
Niemand mocht begerig zijn naar andermans
eigendom, en wanneer een andere knaap graag
zijn pen, schrijfgerei, speelgoed of vruchten wilde
hebben, moest hij hem nog meer afstaan dan hij
begeerde en zo zijn hebzucht gans voldoen, indien
het hem althans geoorloofd was die dingen weg te
geven (en hijzelf ze niet strikt nodig had).
Immers, alleen de lijdzamen, de liefderijken en
vrijgevingen zullen een troon in Zijn rijk
bekomen322.
322 Kinderonderricht. – Jezus’ volmaaktheidsleer voor de kinderen is zeker
treffend, maar ook veeleisend. Gesteund door Gods genade brengt deze
leer vaak de schoonste vruchten voort.
Zij die een dieper inzicht in de kinderziel hebben, zoals priester Poppe dit
had, mogen vaak de kracht van Gods genade in de kinderziel bewonderen.
Een treffend voorbeeld is dat van Francesco van Fatima, nog vóór hij
verschijningen van O. L. Vrouw had gehad.
Lucia verhaalt: “In onze spelen kwam het voor dat iemand Francesco’s
rechten niet erkende en als winner wilde doorgaan, hoewel hij het spel
verloren had. Francesco gaf zonder verzet toe en zei alleen: “Denk jij
gewonnen te hebben, goed! dat laat mij onverschillig!”
Als een kwajongen iets van hem stal, zei hij “Laat het hem maar! het laat mij
onverschillig.” Toen hem eens een doek met een O. L. Vrouw werd
ontvreemd, zei hij tot de deugniet: “Ik laat hem jou, mij laat die doek
onverschillig!” – Soms nam ik hemzelf bij de hand en dwong hem op de
grond of op een steen te zitten en beval hem daar te blijven; hij
gehoorzaamde mij alsof ik een groot gezag had; daarna had ik er spijt over
en ging hem halen; ik nam hem bij de hand en hij kwam mee, alsof er niets
gebeurd was.”
Zie nog fasc. 7, nr. 196, voetnoot 416; en fasc. 14, nr. 509, voetnoot 242).
Fascikel 17
1097
|