Toen nu enige jaren later de eerste vrouw van Filippus, die om
Abigaïl verstoten was, haar laatste uur voelde naderen, bad zij
Filippus, alvorens te sterven, ten minste met haar dochter
medelijden te hebben.
Filippus, die thans van Abigaïl niet meer hield, trouwde nu met
deze zijn stiefdochter en zond Abigaïl met haar vijf dochters naar
Betaram (dezelfde naam als Betaramfta, waarin ‘RAM’, ‘hoogte’,
het essentieel gedeelte is); het wordt bijgenaamd ‘JULIAS’ ter ere
van een Romeinse keizerdame; zij leefde hier zeer weldadig, was
de Joden genegen en bezield met een groot verlangen naar de
zaligheid en de waarheid (Erkenntnis, kennis der waarheid, die ter
zaligheid voert). Maar ze stond onder het toezicht van enige
beambten van Filippus, die een streng toezicht op haar hielden.
Filippus had ook een zoon; zijn tegenwoordige bijzit was veel
jonger dan hij.
713.
20 september. –
Jezus werd te Betaramfta goed ontvangen, hartelijk verwelkomd.
In de morgen van zijn aankomst genas Hij vele
zieken en ‘s avonds leerde Hij in de synagoge.
21 september; Sabbat. –
Ook op de eigenlijke sabbat leerde Hij in de synagoge;
Hij handelde over de tienden en de eerstgeborenen
(Deut. 26-29) en uit Jesaja, hfst. 60.
Deuteronomium 26
De aanbieding van de eerstelingen
1. Wanneer gij komt in het land, dat de HERE, uw God, u ten erfdeel geven zal en gij het in
bezit neemt en daarin woont,
2. dan zult gij van de eerstelingen van alle vruchten van de bodem, die gij zult inzamelen van
het land, dat de HERE, uw God, u geven zal, nemen, en in een mand doen en naar de plaats
gaan, die de HERE, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te doen wonen.
3. En gekomen bij de priester, die er dan wezen zal, zult gij tot hem zeggen: Ik verklaar heden
voor de HERE, uw God, dat ik gekomen ben in het land, waarvan de HERE aan onze vaderen
gezworen heeft, dat Hij het ons zou geven.
Fascikel 17
1199
|