Jezus verklaarde hun alles zeer diepzinnig en paste
het op zichzelf toe. Bij deze en andere verklaringen waren zij
rondom een wijngaardheuvel gezeten en aten bessen356.
De Rekabieten verontschuldigden zich, daar de wijn hun
verboden was (nr. 710, voetnoot 344). Maar Jezus verzocht
hen om toch mee te eten en beval het hun zelfs.
Hij sprak: “Indien gij daardoor zondigt, mag de
schuld op Mij komen.” Terwijl zij zich hierbij op hun wet
beriepen, kwam het gesprek ook daarop, dat Jeremias het hun
eens op Gods bevel geboden had en zij het toch niet gedaan
hadden (Jer. 35, 1-18), doch nu beval Jezus het hun en zij
deden het357.
Tegen de avond keerden zij naar Abila terug en er was nog een
maaltijd, waarna de armen weer gespijzigd werden.
Daarna leerde Jezus ook nog in de synagoge
(waarschijnlijk ter wille van het feest, waarvan K. geen naam
meedeelt, zoals ook hun wandeling een soort sabbatwandeling zal
geweest zijn). Na deze bijeenkomst sliep Jezus in een tent op het
dakterras van het huis der levieten.
356 Dit heuvelengewest tussen Abila en Gadara kan men op gedetailleerde
kaarten bijzonder goed vaststellen 5 tot 8 km ten westen van Abila (waar ze
ook meer zuidelijk mochten aangetekend worden; cfr. kaart Israël en ook
kaart in Guide de Pal., blz. 638).
357 Waarom beveelt Jezus de Rekabieten mee druiven te eten?
Wij vermoeden: omdat Hij niet wil dat zij langer hun roem, hun hoop en
ideaal stellen in een uitwendige onderhouding van bijkomstig belang.
De versterving moet om hogere motieven, vooral ter wille van de liefde,
eens nagelaten kunnen worden; ze moet meer de liefde volgen dan
voorafgaan, hoewel ze ook, de liefde voorafgaand, deze vermeerdert.
Om zich uit de wijnheuvelen naar Gadara te begeven, gaat men nog even
zuidwaarts, komt op een Romeinse heirbaan die van Gadara komt en volgt
deze westwaarts.
Fascikel 17
1229
|