Kassius, Maria en de H. Vrouwen en Joannes verzamelden zo
zorgvuldig mogelijk dit bloed en water in drinkschalen en
flessen154, en droogden daarna de kuil en de bodem met linnen
doeken op155.
-
Met de H. Eucharistie wordt ze gevoed en in leven gehouden.
154 Zij verzamelden het bloed in flessen. – Heilig-bloedfragmenten met aarde
vermengd of er in opgeslorpt, worden gesignaleerd als vereerd op meerdere
plaatsen.
***
In een levensschets van de H. Magdalena in Petits Boll. T. 8, 22 juli lezen
wij: “Zelfs neemt men aan dat Magdalena aan de voet van het kruis een
weinig aarde, dat zij met het bloed van Jezus doordrenkt zag, in een flesje
verzamelde. Dit bewaarde zij sindsdien als een onvergelijkelijk kostbare
relikwie.”
Sommige schrijvers beweren, zo lezen wij in hetzelfde werk, T. 16, blz. 109,
“dat de H. Maagd bij dezelfde gelegenheid een deel van het water en het
bloed, dat uit de zijde van haar Zoon vloeide, in een vaas opving en ook
ander bloed bemachtigde, dat uit dezelfde zijde en uit handen en voeten ten
gronde gevloeid en met stof en aarde vermengd was.”
Nog lees ik bij Dubois: “Men vindt op sommige plaatsen relikwieën van het
H. Bloed; ze komen voort van het bloed dat uit de zijdewonde van de
Zaligmaker vloeide en door Joannes en de H. Maagd aan de voet van het
kruis opgevangen of verzameld werd, of ook van het bloed dat uit zijn
wonden weggewassen werd.”
***
De stad Mantua in Italië bezit, naar het zeggen van K.E., zulk een relikwie;
ze is afkomstig van Longinus zelf.
Longinus is de latere naam van Kassius en hij zinspeelt op zijn daad van
Jezus’ Hartdoorboring. Lans of spies betekent immers in het Grieks
‘LONGE’ en van dit woord komt de naam Longinus voort.
155 Bij deze woorden tekende Brentano in nota aan:
De zienster zegde ook nog: “Kassius, gedoopt onder de naam Longinus,
predikte Christus later als diaken en droeg overal van dat bloed met zich
mee; het was droog geworden en men vond ervan terug in zijn graf in Italië
in een plaats niet ver van de stad waar de H. Klara geleefd heeft.
Er ligt een groen meer met een eiland bij die stad.
Zijn lichaam zal wel naar daar overgebracht zijn.”
***
Fascikel 31
563
|