De heuvel vormt een rechthoek met afgeronde hoeken. Afmetingen: 320 m
bij 250 m; totale omtrek 1300 m; heeft dus een veel kleiner oppervlakte dan
het Tempelplein te Jeruzalem.
De heuvel is 20 m hoog aan de zuidkant en slechts 10 m aan de noordkant.
Opeens immers vormt de omringende bodem zulk een trap opwaarts.
De hoogste rand was oudtijds met een muur bebouwd. Op meerdere punten
bestaan er nog resten van. De bodem binnen de ringmuur vormde een
verdieping, gelijkend op de krater van een vulkaan.
-
In het westelijk gedeelte van dit bekken ontspringt een zeer overvloedige
bron van ijskoud en kristalhelder water; dit vormt aanstonds een beek,
die met grote snelheid vooruitschiet door een dichte wildernis van
vijgenbomen, platanen, kruipende wingerds, reusachtig riet, distels, hoog
gras en struiken; dan dringt de ontstane stroom door een spleet in de
rotsrand bij de zuidwesthoek van de heuvel, holt verder en mondt uit in
de vlakte.
-
Buiten de muur aan zijn voet, naar de noordwesthoek toe, ontspringt een
tweede bron, even aanzienlijk als de eerste, met even koel en helder
water. De stroom vult een ruime bak, richt zich verder zuidwaarts en
verenigt zich weldra met de rivier, die van de heuvel door de rotsspleet
afdaalt.
Verenigd vormen ze de Nahr el-Leddan.
Anderhalf uur zuidelijker vloeit de Leddan samen met de Nahr Banias
en
-
weer 1,5 uur verder met de Nahr Hasbani, de derde bron van de
Jordaan.
Het water van de bronnen van Dan is driemaal zo overvloedig als dat van de
bron van Banias. Op het hoogste punt van de heuvel van Dan in het midden
van de zuidrand (niveau: 204 m) heeft men een schilderachtig uitzicht op:
-
de hoge djebel Hoenin in het westen (900 m),
-
op de Libanon in het noordwesten,
-
op de Grote Hermon in het noordoosten,
-
op de bergketen van Gaulon of Gaulanitis in het oosten.
Dan komt in de H. Schrift herhaaldelijk voor in de uitdrukking ‘van Dan tot
Berseba’, waarmee men het H. Land in zijn gehele uitgestrektheid bedoelt.
“Dan”, zegde K., “ligt aan de zonnekant van de helling van het dal.”
Bedoeld is de zuidhelling van het Hermongebergte, die de noordhelling is
van het dal. Aanstonds achter Dan en het naburige Banias begint de
Hermon op te rijzen, zoals men op de volgende kaart kan zien.
Fascikel 23
2120
|