moet zijn. Wel hadden de Farizeeën hem verboden daarvan nog
te spreken, maar het mocht niet baten.
Daar nu Jezus ook eergisteren onbevreesd in de tempel
gepredikt had, en daar zij vreesden dat Hij hen voor het volk
nog verachtelijker zou maken, en daar nu ook alle Farizeeën uit
het hele land hier waren en hun klachten en leugens tegen Jezus al
ingediend hadden, zo namen zij het besluit Hem bij de eerste
gunstige gelegenheid met geweld te lijf te gaan, Hem gevangen te
nemen en te veroordelen.
1181.
Zodra Jezus hier begon te onderrichten, kwamen vele
Farizeeën rondom Hem; zij onderbraken zijn lering met vele
opwerpingen en verwijten en maakten Hem er ook een verwijt
van dat Hij niet met hen het paaslam in de tempel gegeten had, en
zij vroegen of Hij heden een dankoffer gebracht had? Jezus
wees hun de huisvaders aan, die het gedaan hadden
voor Hem.
Zij stelden Hem er nu ook weer verantwoordelijk voor, dat zijn
leerlingen de gebruiken niet onderhielden, met ongewassen
handen aten en onderweg uit gulzigheid koornaren en vruchten
afplukten; dat men hen nooit offeranden zag brengen; dat er zes
werkdagen waren, maar dat op de zevende dag gerust moest
worden, maar dat HIJ integendeel de man van de vijver op de
sabbat genezen had en dus een ontheiliger van de sabbat was622.
622 In fasc. 22, nr. 1050, voetnoot 558, heeft K. benadrukt dat het verhaal
van Joannes, 5, nl. van de genezene bij de vijver Bethesda twee delen
bevat.
Het tweede deel wordt ingeleid met het woordje ‘postea’ = ‘daarna’ of ‘later’.
Dit kan weinig, maar ook veel later zijn. Hier duidt dit woordje een tijdruimte
van 2 maanden en 10 dagen aan; de ontmoeting van Jezus met die
genezene is zo juist verhaald en gedeeltelijk ook reeds de twist met de
Farizeeën, die er het gevolg van is geweest.
Verder zal deze twist nu verhaald gaan worden.
Fascikel 23
2253
|