Gennabris is wel zo groot als Münster; het ligt omtrent een uur
van de veldhoogte, op welke hoogte Jezus zo even was
(overdreven afstand).
De stad ligt ten oosten van die hoogte op een helling afwaarts en
in een boezem van die helling liggen haar tuinen en lusthof met
baden. (Deze liggen dus in de verdieping tussen de twee
heuvelen: de heuvel van Loebijeh en de langwerpige).
Aan de kant waar Jezus de stad benaderde, was ze met diep
uitgehouwen grachten van staande water versterkt.
Reeds na een half uur gaans bereikte Jezus met de leerlingen de
muren en torenpoorten en betrad Hij het eigenlijke stadsgebied.
Er waren hier nog vele leerlingen uit de omstreken
samengekomen en zij gingen met een groep van ongeveer 12 man
met Hem de stad in.
Er waren hier op deze sabbat vele Farizeeën, Sadduceeën en
vooral vele Herodianen verzameld; zij hadden zich voorgenomen
Jezus met strikvragen in zijn woorden te vangen; zij redeneerden
onder elkaar: “Het zal hier gemakkelijker gaan dan in dorpen en
kleine steden, want hier zal Hij zo stout niet zijn.” Zij
verkneukelden zich bij voorbaat over hun zegepraal, die zij zeker
waanden. Door hen bewerkt en gewaarschuwd bleven de vele
aanwezige mensen stil; zij onthielden zich van elk luidruchtig
onthaal.
Jezus ging bedaard in de stad en de leerlingen wasten Hem vóór
de synagoge de voeten. De schriftgeleerden en het volk waren
reeds in de synagoge verzameld. Men ontving Hem zonder
geestdriftige toejuiching, hoewel met geveinsde eerbied;
ze lieten Hem voorlezen en uitleg geven.
Hij las weer uit Jesaja de hoofdstukken 54 en 55 en
56, die Hij zin voor zin verklaarde. Ik weet er nog
het volgende van:
Fascikel 16
1030
|