die dit jaar bijzonder goed gelukt waren, zag men door een
dubbele hoeveelheid vertegenwoordigd. Ik zag er ook dieren,
hetzij gebraden, hetzij geslacht en klaar voor de toebereiding.
Door die rijkdom wilde men de overvloed verbeelden. Men had
Jezus en zijn leerlingen de ereplaatsen aangewezen.
652.
Een hovaardige Farizeeër had vooraf een der hoogste plaatsen
ingenomen. Tot de tafel naderend vroeg Jezus hem in
stilte om welke reden hij deze voorname plaats vooraf
had bezet?
De Farizeeër antwoordde Hem: “Het is hier de loffelijke
gewoonte dat de geleerden en voornamer mannen bovenaan gaan
zitten.”
Toen hernam Jezus: “Zij die er op uit zijn op aarde de
eerste plaatsen te bemachtigen, zullen in het Rijk van
mijn Vader geen plaats krijgen.”
Hij zei nog andere waarheden die ik vergeten ben; en de
man ging beschaamd naar een lager plaats, doch poogde de indruk
te wekken dat hij dit uit eigen beweging en goedvinden deed. (cfr.
Lk. 4, 7-11).
Onder de maaltijd behandelde Jezus nogmaals het
onderwerp van de sabbat. Hij verklaarde ook deze
woorden uit Jesaja: “Deel uw brood met de
hongerigen en breng degenen die naakt en ellendig
zijn, in uw huis” (Jes. 58, 7).
Hierop vroeg Hij of het bij deze feestgelegenheid, als
zijnde een dankfeest voor een geslaagde overvloedige
oogst, de gewoonte niet was, de armen ter tafel te
nodigen en hun een deel van die rijkdom te gunnen?
Hij vroeg met een uitdrukking van verwondering
waarom men dit gewoonterecht in onbruik had laten
Fascikel 16
1044
|