Doch zulke werkelijkheden zijn niet onder woorden te
brengen; het ingaan door de bruidsdeur stelde Hij
tegenover het ingaan door de zij- of sluipdeur.
Het was een gelijkenis die veel weg had van de
gelijkenis van de goede Herder en de huurling (Joa.
10, 1). Ook hier zei Jezus: “Alleen door de deur gaat
men binnen.”
Jezus’ woorden aan het kruis vóór zijn dood, waarin Hij Maria de
moeder van Joannes, en deze de zoon van Maria noemde (Joa. 19,
26-27), betekenen op geheimnisvolle wijze die geestelijke
wedergeboorte uit en in Maria en de Kerk door de dood van
Jezus.
647.
Zij konden dien avond niets tegen Jezus uitvoeren. Overigens
was hun voorbereiding slechts berekend op een aanval tegen
Hem, die zij eerst met het sluiten van de sabbat de volgende
avond zinnens waren uit te voeren. Het is vermakelijk: wanneer
zij allen samen zijn, dan zetten zij altijd een grote mond op; niets
schijnt hun eenvoudiger en gemakkelijker dan Jezus in zijn lering
te verrassen en Hem daarop als een dwaalleraar aan te houden,
doch nauwelijks is Jezus verschenen, of zij kunnen niets
vorm gegoten wordt, is weldra in Jezus Christus hervormd en Jezus
Christus is spoedig gevormd in hem. Maria is de weg.”
“Van mijn 10e jaar, zo schrijft Lucie Christine, werd ik soms met mijn
allerliefste zoete moeder, de Maagd Maria, verenigd.
Aan deze vereniging is DIT eigen, dat de ziel de heilige Maria voelt als een
liefdeband tussen God en zichzelf, als een goddelijk middel.
Ik voel dat mijn ziel met Jezus verenigd is geworden DOOR MARIA in een
volmaakte eenheid; deze gezegende moeder is de band, de tussenpersoon,
gevoeld of niet, tussen God en ons. Jezus heeft mij dit laten zien en
voelen.”
In dezelfde zin spreekt een andere mystieke ziel, Maria a S. Teresia (1632-
1677).
Hiermee zijn andere passages uit K.E. te vergelijken, nrs. 989, 1404, 2171.
Fascikel 16
1036
|