De grot waarin Malakias zich zou opgehouden hebben, wijst K. aan op de
zuidoosthelling, en inderdaad, daar tekent de kaart Pal. Grid op een niveau
van 450 m een grot of grotten aan.
Hierom bezochten de godvruchtige Joden deze berg als een
bedevaartplaats, en waar de H. Petrus Jezus’ Gedaanteverandering op deze
berg vermeldt, noemt hij hem ‘de heilige berg’, misschien meer om de
eerste, dan om de laatste reden. (II Petr. 1, 18).
Deze bevallige, rondgekoepelde berg rijst op aan de noordoostrand van de
Esdrelonvlakte. Op dit punt verheft hij zich 460 m boven de vlakte en boven
de vallei aan zijn voet, 528 m boven de vallei aan zijn oostvoet, 774 m boven
het Meer en plus minus 400 m boven de noordelijke en westelijke
hoogvlakten en heuvels. Hij steekt dus hoog boven de gehele omgeving uit
als een alleenstaande berg, eenzaam oprijzend tegen de blauwe hemel.
Vandaar deze woorden van het Evangelie: “Jezus leidde de drie leerlingen
met zich ter zijde op een zeer hoge berg.” (Mt. 17, 1).
Door deze eigenschap, aangename lijnen en bevallige ronde kruin, zijn
groene kleur, vruchtbaarheid en meer andere voordelen neemt hij een enige
plaats in onder de bergen van Palestina.
***
Op de hoogste top, nabij de oostelijke rand van de oostelijke helft van de
hoogvlakte heeft Jezus’ verheerlijking plaats gehad.
Reeds in de vierde eeuw heeft de H. Helena ter ere van dit mysterie op die
top een heerlijke kerk gebouwd. De traditie heeft deze plaats nooit uit het
oog verloren, zodat alleen roekeloosheid sommigen in de laatste tijden ertoe
gebracht heeft de traditie in twijfel te trekken en elders de plaats te zoeken,
b.v. op de grote Hermon. In ongunstige tijden bleven de ruïnes der eerste
kerk en der omringende kloostergebouwen de plaats aanduiden.
In 1921 werd met de bouw van een nieuwe kerk op de grondvesten van de
oude aangevangen; ze groeide uit tot een prachtige basiliek, die op 1 mei
1924 ingewijd werd.
***
De berg is niet zo gemakkelijk te beklimmen. Te allen tijde besteeg men
hem bij voorkeur aan de westkant, meer bepaald van het dorp Daboerijeh
uit. Hier had men de minst steile helling, hoewel de weg vroeger ook daar,
volgens de H. Epifanius de Hagiopoliet (9e eeuw) niet minder dan 3340
rotstrappen telde. Nu is de oude slingerweg vervangen door een nieuwe
zigzaglopende autoweg, die een opeenvolging is van haarspeldscherpe
bochten en hoeken (zie kaart hieronder).
Fascikel 24
2277
|