welriekende geuren in een rijke verscheidenheid neer; over de
leerlingen kwam een bedwelmend hemels genoegen en
verzadiging628.
De Heer schitterde hoe langer hoe glanzender en was eindelijk
als doorschijnend.
De kring rondom hen was in de donkere nacht zo verlicht, dat
men elk grassprietje zo klaar als bij hellichte dag op de grond kon
onderscheiden. Als nu de glans een zeer hoge graad bereikt had,
waren de leerlingen er zodanig door verrukt en verkwikt, dat zij
hun hoofd bedekten, met het aangezicht ter aarde vielen en
dronken van geest bleven liggen.
Het was nu 12 uur in de nacht, toen ik zag dat die heerlijkheid
haar hoogtepunt had bereikt.
Van de hemel naar de aarde zag ik een schitterende lichtbaan
en erop een gedurig veranderende beweging van engelen van
de meest verschillende soorten.
-
Enige waren klein, doch met een volledige gestalte;
-
andere zagen er slechts als schitterende aangezichten uit in
het licht;
628 Welriekende geuren. – Een mystiek verschijnsel, bovennatuurlijk van
oorsprong, niet afkomstig van welriekende planten en kruiden van de berg.
Het doet zich veelvuldig voor, vooral bij mystieke heiligen.
Sprekend over de genietingen welke de ziel smaakt in het gebed van rust,
en dus, mag men denken ook in de hogere graden van gebed, zegt de H.
Teresia: “De ziel neemt een liefelijke geur waar, laten wij zeggen, alsof in
haar innerlijke diepte een zoete vuurgloed oplaaide, waarop welriekende
specerijen gestrooid en verbrand worden.
De warmte en welriekende geur doordringen de ziel geheel en niet zelden
deelt hierin ook het lichaam.
Verstaat me wel: men voelt geen warmte noch ruikt een geur, het is iets veel
edelers dan deze dingen, waarvan ik me slechts als van een beeld bedien
om me verstaanbaar te maken; zij die dit nog niet ondervonden hebben,
kunnen me in elk geval geloven.” (Kast. IV, II, 6).
Hier hebben wij te maken met de goede geur van Christus’ heerlijkheid.
Fascikel 24
2286
|