synagoge gaan vragen en de mensen tot de preek
oproepen, die Jezus wilde houden. Hij gebruikte die twee
altijd voor zulke boodschappen omdat zij de omgangsvormen
kenden, minzaam en beleefd waren.
Bij Jezus’ intrede in de stad liepen er bezetenen en krankzinnigen
rond Hem en riepen van op een afstand “Daar komt de Profeet! de
Zoon Gods! Jezus Christus! onze vijand, Hij zal ons verdrijven!”
Jezus legde hun op te zwijgen en zich rustig te
houden. Nu werden zij allen stil en volgden Hem naar de
synagoge die bijna aan het ander einde van de stad gelegen was.
Binnengetreden leraarde Jezus tot ‘s avonds toe en
ging er slechts eenmaal uit om een verkwikking te nemen;
Hij handelde over de nabijheid van het Rijk Gods en
over de noodzakelijkheid van de doop en Hij
waarschuwde de burgers zeer streng om uit hun
lauwheid en valse gerustheid te ontwaken, indien zij
Gods strafgericht wilden ontgaan. Hij hekelde ook
zeer krachtig hun woeker, sluikhandel en al zulke
zonden die eigen zijn aan tollenaars en
marketenters.
De inwoners spraken Hem niet tegen, maar zij waren toch niet
zeer ontvankelijk noch met Jezus ingenomen, want zij waren te
verslaafd aan hun bedrijf. Toch trof zijn woord er enigen, die zich
dan ook bekeerden. Zo kwamen er ‘s avonds meerdere, zowel
aanzienlijke als geringe personen, tot Hem in de herberg; zij
waren vast besloten zich te laten dopen. Ook gingen zij reeds in
de eerstvolgende dagen tot Joannes.
Jezus sliep hier in de herberg.
355.
11 december. –
Heden verliet Jezus Ofra en ging ‘s morgens met de leerlingen
naar Betabara terug; zij verdeelden zich op de weg: Hij zond
Fascikel 12
392
|