Dit is juist hetzelfde als bad de bruid van Jezus, de H. Kerk, tot
Hem: “Heer, Uw zonen hebben geen wijn”, en als zegde Jezus
hierop tot haar, niet “Bruid”, maar “Kerk, bekommer
u niet, wees niet ongerust, mijn uur is nog niet
gekomen”, en als zegde de Kerk nu tot de priesters: “Let op al
zijn wenken en bevelen, houd u gereed, want Hij zal u helpen,
enz.”
Maria zegde dus tot de dienaren de bevelen van Jezus af te
wachten en ten uitvoer te brengen. En kort daarna beval
Jezus de dienaren de ledige kruiken vóór Hem te
brengen en om te keren; zij deden dit en brachten drie
waterkruiken en drie wijn-kruiken; zij toonden dat ze ledig waren,
door ze boven een bekken om te keren.
Vervolgens beval Jezus hun ze allemaal met water te
vullen; zij brachten ze nu weg bij de put in een kelder; het was
een waterbak met een pomp; de kruiken waren van potaarde,
groot en zwaar, en als één daarvan vol was, moest ze door twee
mannen aan de beide oren gedragen worden; ze waren van boven
naar onder met verscheidene schenkbuizen bezet en deze waren
met tappen gesloten.
Wanneer de drank tot onder een hoger buis geledigd was, werd de
volgende tap uitgetrokken en de lagere tuit gebruikt; de kruiken
werden bij die handeling niet opgetild, doch slechts een weinig op
hun hoge voet overgeheld.
De vermaning of bede van Maria geschiedde zacht, het antwoord
van Jezus echter luidop, gelijk ook zijn bevel aan de dienaren om
de kruiken met water te vullen.
Nadat de 6 kruiken nu alle met water gevuld en bij de spijs- of
schenktafel geplaatst waren, ging Jezus tot bij de kruiken,
zegende die, ging weer aan tafel aanliggen en beval
dan: “Schenkt in en laat de spijsmeester eens
proeven.”
Fascikel 12
457
|