385.
De vrucht van de bruidegom heb ik ook wel elders gezien, maar,
nu ik er van spreek, zie ik meteen aanstonds ook de bloem en
vermeng beide in het spreken (in de beschrijving, zie nr. 384).
De wonderbare kracht en werking van die vrucht bleek, toen
de bruidegom er een deel van gestuurd had aan de bruid, en
vooral, nadat zij er beiden van gegeten hadden.
Ook in andere leerlingen die loten gewonnen en er van
gegeten hadden,
-
ontwaakten hun karakteristieke hartstochten, boden een
korte tijd weerstand en weken dan van hen
-
of in de strijd tegen die driften ontvingen zij een
doeltreffende kracht.
Er bestaat een zeker bovennatuurlijk geheim in alle vruchten en
kruiden of planten142, dat sedert de val van de mens en van de
natuur met hem, een natuurlijk geheim geworden is; ze hebben in
hun betekenis, in hun vorm, in hun smaak en werking nog slechts
enige zwakke sporen van hun vroeger oorspronkelijke kracht en
inhoud behouden.
142 Een geheim in vruchten. – Men kan deze en andere uitlatingen van K.
van dit soort, b.v. ook op het einde van nr. 188 vergelijken met de volgende
van de H. Teresia: “Voor het water voel ik iets heel bijzonders; daarom heb
ik het met meer aandacht beschouwd dan andere dingen.
Nochtans moeten in ALLES wat een zo wijze en grote God geschapen
heeft vele diepe geheimen verborgen zijn, waar wij voordeel uit kunnen
putten.
Ik geloof zelfs dat in het minste ding dat God schiep, zij het maar een mier,
meer verborgen ligt dan de geest kan bevatten.” (Kast. IV, 2, 3).
“In het wonder van de zijdeworm kunt ge genoeg ontdekken om de
grootheden van God te bewonderen en zijn wijsheid te verheerlijken.
Wat zou het dan zijn, indien wij alle eigenschappen kenden van alle wezens
die Hij geschapen heeft?” (V-II).
Fascikel 12
450
|