De inwoners schenen mij niet goed; zij waren hovaardig,
laatdunkend, onverschillig en vol zelfvertrouwen.
Ten zuiden en ten westen ontrollen zich wijdse vlakten, geschikt voor de
samenkomsten van het ganse volk op een landdag (Cfr. Jos. 18, 1).
De plaats vertoont alle kentekenen van een zeer hoge oudheid.
Nochtans brachten de opgravingen, die ondernomen werden aan de
zuidkant van de heuvel, waar men de standplaats of gebouwresten van de
Tabernakel hoopte te ontdekken, niets aan het licht.
Hierdoor ontstond zelfs twijfel of eigenlijk Silo hier voorhanden was.
Maar Katarina wijst ons het heiligdom aan op het hoogste van de heuvel,
van waar men over de hele vlakte kilometers ver ziet.
In overeenstemming met deze aanduiding zegt Meisterman: “Ten noorden
van de aanzienlijke ruïnes of stadsresten, d.i. op de hoogste top van de
heuvel ziet men een mooi rondvormig platform of terras dat een geheel
geschikte situs voor een heiligdom is.” (Guide, 502).
Als de naam Silo zich niet naar de heuvel Seiloen verplaatst heeft, m.a.w.
als de heuvel altijd zo geheten heeft en werkelijk het oude Silo gedragen
heeft, dan heeft men van daar niet het onbeperkt uitzicht dat K. aan Silo
toekent, maar om dat uitzicht te genieten moet men de nabije berg Masri
bestijgen, waarvan Seiloen een voorheuvel is en waarmee het als één
beschouwd kan worden.
Is boven op die berg misschien niets van Silo terug te vinden?
Een onderzoek ware de moeite waard.
Fascikel 12
403
|