Andreas was eigenlijk nog niet als leerling aanvaard; Jezus had
hem niet geroepen; hij was uit eigen beweging gekomen en hij
had zich aangeboden en zijn verlangen bij Hem te zijn, te kennen
gegeven. Hij is begeriger en gereder voor Jezus’ dienst dan
Petrus. Deze dacht zeer licht: “Daartoe ben ik te gering; dat gaat
mijn krachten en bekwaamheden te boven”, en daarmee keerde hij
tot zijn bezigheden terug. Ook Saturninus en de twee neven van
Jozef van Arimatea, Aram en Temeni, hadden zich uit eigen
beweging bij Jezus gevoegd.
Er zouden nog vele andere leerlingen van Joannes, wiens
doopplaats nu minder en minder bezocht werd, tot Jezus gekomen
zijn, zo niet enige eigenzinnige leerlingen van Joannes, die Jezus
als een concurrent van hun meester beschouwden, hen daarvan
weerhouden hadden. Zij klaagden gedurig bij Joannes over de
handelwijze van Jezus; zij meenden dat Jezus, met hier te laten
dopen, inbreuk op Joannes’ rechten maakte en zich geen doop aan
te trekken had. Joannes had de grootste moeite om hen hun
kortzichtigheid te doen inzien; hij zegde hun dat zij zich zijn
woorden moesten herinneren; hoe hij het hun sedert lang voorop
gezegd had dat hij slechts de weg bereidde en dat zijn taak nu
binnenkort, zodra de wegen bereid waren, een einde zou nemen.
Maar zij hielden buitengewoon van Joannes en zij konden zich
met dit vooruitzicht niet verzoenen.
Er was heden reeds zulk een gedrang bij de doopplaats van Jezus,
dat Hij tot de leerlingen zei dat ze morgen verder
zouden gaan.
Bij Joannes vinden wij hier juist heel kort achtereen de uitdrukking: ‘altera
die’ en ‘in crastinum’, d.i. de volgende dag, tot driemaal toe (1, 29. 35. 43).
Het is duidelijk dat hierdoor te verstaan is: een andere keer, niet lang
daarna. Een spreekwijze die ook voorkomt in het Oude Testament.
Fascikel 12
389
|