ontwaarde men als een sterrenhemel, samengesteld uit vele
gesternten en zij brachten aan die kunstmatige sterrenhemel in
hun tempels veranderingen aan, die zij in hun sterrenbeelden aan
de hemel waargenomen hadden.
Dit was nu ook het geval na de geboorte van Maria en het
geschiedde ditmaal op zulk een manier dat de verlichting van
buiten naar binnen kwam te staan.
Gebeurtenis in Egypte bij Maria’s geboorte.
Ik heb gesproken van het beeld van een maagd in vliegende
houding; in een hand droeg ze een weegschaal en boog zich heen
over een kindje in een schuitje dat boven op een boomstam rustte
(nr. 30). Welnu, ik zag dat beeld bij Maria’s geboorte uit de
tempel in de zee (of stroom) geslingerd worden (wellicht omdat
Maria zelf nu op de wereld gekomen was).
Zoals ik vroeger reeds verhaalde, heb ik dat beeld, lang vóór
Elias’ tijd, na het afgedwongen orakel van een afgodsbeeld, zien
oprichten in een tempel op een eiland van de stroom. Doch de
boomstronk waarop het scheepje lag, bleef staan. Later werd een
kerk boven die plaats gebouwd.
Dat ander vrouwenbeeld met zijn drie borsten en in neerzwevende
houding, dat ik in Egypte aan de zoldering van een tempel had
zien bevestigen, nadat een afgezant van Elias hun de voorspelling
van de profeet aangaande de komst van een maagd bekend had
gemaakt (nr. 34), zag ik op het ogenblik van Maria’s geboorte
gedeeltelijk van het gewelf neerstorten.
Het aangezicht, de drie borsten en het gehele onderlijf vielen te
pletter neer. De korenmaatkroon op het hoofd, de armen en
handen met de tarwe-aren en het bovenlijf met de vleugels bleven
hangen.
Fascikel 2
188
|