plaatsen soms verscheidene dagen lang teruggehouden werd door
overvloedige geestelijke geneugten en door tal van openbaringen
die hij daar in zijn gebed en overwegingen ontving. Zo had hij
ook reeds meerdere jaren achtereen, in de nacht van de 7e op 8e
september, die uitbundige vreugde in de natuur opgemerkt en in
de lucht een lief gezang waargenomen. Hij bad met aandrang om
de betekenis daarvan te mogen kennen en ontving tenslotte in een
droom van een engel de mededeling dat dit de nacht was van de
geboorte van de H. Maagd Maria. Hij ontving deze openbaring
op een reis naar de berg Sinaï. Tevens werd hem geopenbaard dat
dààr, in een spelonk, nl. in die van de profeet Elias, een
dichtgemetselde kapel ter ere van de moeder van de Messias
bestond en dat hij de aldaar levende kluizenaars van deze beide
mededelingen op de hoogte moest brengen.
53.
Ik zag hem hierna op de berg Sinaï aankomen. De plek waar nu
het klooster staat, was destijds reeds door de verspreid wonende
kluizenaars in bezit genomen en ze was aan de zijde van het dal
even steil als nu: men werd daar nl. met takel en touw omhoog
gehesen109.
Vervolgens zag ik de kluizenaars met hun gast ook opzoekingen
doen naar de grot van Elias en de Mariakapel. Het was niet
109 Naar dit Griekse klooster heet de vallei ten oosten van de eigenlijke
Mozesberg, waarin het klooster staat, kloostervallei, wadi ed-Deir.
Tot in 1950 haalde men bezoekers omhoog in een mand of lus.
De deur of opening in de oostwand van het klooster was 10 m boven de
begane grond.
Kort vóór het genoemde jaar kwam de Franse reiziger De Tesson op die
manier in het klooster. Hij beschrijft zijn bestijging in een mand in zijn boek
‘Voyage au mont Sinaï’ op een van humor sprankelende wijze.
Sedert een eeuw echter is die manier om iemand in het klooster te brengen,
niet meer gebruikelijk: de woonvoorwaarden zijn er veiliger.
Langs een andere ingang die men met een steil pad bereikt, komt men nu in
het klooster.
Fascikel 2
197
|