De naam van deze landstreek klonk als Gase of Gose379.
Nu zag ik de H. Familie in een plaats en landstreek komen, die
ongeveer als Lape of Lepe heette380.
Het rozenwonder der woestijn is ook uit andere bronnen bekend, maar
Katarina vertelt het weer op haar eigen, gans natuurlijke, ongezochte
manier, waardoor het verhaal veel aanvaardbaarder wordt.
Wie levens van mystieke zielen kent met de vele wonderen die God voor
zulke zielen doet, zal het zeer gewoon, normaal vinden dat God er ook
gedaan heeft voor zijn H. Moeder, wier leed veel groter is geweest dan dat
van om ’t even welke mystieke heilige.
Tot de H. Brigitta zegde O. L. Vrouw: “Weet dat de jeugdjaren van Jezus
door grote wonderen gekenmerkt werden.”
In zijn groot Christusleven schreef Martin von Kochem, 3 eeuwen geleden:
“In de woestijn groeien in onze tijd nog vele Jericho-rozen. De Arabieren
plukken ze om ze aan de christenen voor brood te verkopen.” (blz. 295).
379 Gase of Gose. – Uit Josuë 10, 41 en 11, 16 blijkt dat het hier vermelde
Gosen in de zuidwesthoek van Palestina lag, ten westen van de djebel
Moeëileh, zich uitstrekte tot de beek van Egypte (wadi Arisch) en te
onderscheiden is van het Egyptische Gosjen.
De woestijn die zij nu doortrekken en die zich verlengt tot het Suez-kanaal
wordt door onderzoekers beschreven als volgt: “Het is een lage, een effen
steen- en zandvlakte, zonder water, met amper luttel groen en struikgewas
op enige dieper gelegen gronden; een woestijn van witte, zwarte, grauwe
stenen en zand, verzengd door de zon, afgrijselijk doods, verlaten, eentonig;
geen dorp, geen huis, geen dier is er te zien; overdag brandende
zandvlakte, hemel van vuur, ‘s nachts geen beschutting tegen de vinnige
kille en overvloedige dauw die zich uit de lucht op de aarde neerzet.”
Vandaar deze woorden van Onze-Lieve-Vrouw tegen de Augustijnernon
Veronika Binasco: “Nu kunt gij u een denkbeeld vormen van de bezwaren
waartegen wij te kampen gehad hebben alvorens onze bestemming te
bereiken. Leid hieruit af dat de Heer slechts zijn genaden verleent aan hen
die ze door moeite en lijden weten te verwerven.” (bij Dubois, 70).
380 Lepe. – Brentano meent in een door ons weggelaten nota dat Pelusium-
aan-zee door Lepe bedoeld kan zijn. K. was immers dikwijls onzeker van de
juiste vorm der eigennamen, maar zeker slaat Brentano de bal hier mis.
Het ligt veel meer voor de hand dat K. hier Lete moest zeggen.
Dit Lete vinden wij genoemd bij Flavius Josephus als een grensstad van
Egypte waarover de Israëlieten kwamen, toen zij uit Egypte togen.
Fascikel 7
759
|