verbittering en beschaming of afwisselend beschaamd of geërgerd
waren tot eindelijk in allen de ergernis de bovenband had; de
hoofdreden was, dat zij vele waarheden moesten horen, die zij te
voren nooit geweten of zo verstaan hadden.
Zijn uiteenzetting had nu reeds een paar uren geduurd, toen ook
Jozef en Maria in de tempel kwamen en bij levieten, die zij daar
kenden, informeerden naar hun Kind. Daar dit nu een plaats was,
waar zij niet mochten komen, zonden zij de hun bekende leviet tot
Jezus om Hem te roepen. Doch Jezus liet hun de
boodschap brengen dat Hij eerst nog een taak te
volbrengen had.
“Bij Jezus’ aankomst”, zegt deze Spaanse zienster, “handelden de
schriftgeleerden over de komst (en de tijd) van de Messias.
De goddelijke knaap voegde zich bij de verzameling als een toehoorder en
leerling.
Toen nu de meeste aanwezigen het als hun mening te kennen gaven dat de
Messias nog niet verschenen was, omdat Hij met glans en macht en
majesteit moest komen, trad minzaam de goddelijke knaap is hun kring en
bewees uit de profeten dat de tijd waarin de Messias moest verschijnen,
reeds gekomen was, maar dat Hij geenszins als een aardse koning in praal
en pracht zou optreden, doch als Verlosser der mensen in nederigheid en
armoede, en dit zei Hij met de kracht en waardigheid die Hem eigen waren.
(Bij onze K. komt deze waarschuwing van Christus telkens terug).
Alle schriftgeleerden verstomden.
Overtuigd keken zij naar elkander en vroegen met grote verwondering:
-
“Wat is dat toch voor een wondere knaap?
-
Waar komt Hij vandaan?
-
Wiens zoon is Hij?.”
Maar bij deze verbazing bleef het niet, zij kwamen er niet toe te vermoeden
en nog minder te erkennen wie Degene was, die hen in zulk een belangrijke
waarheid onderricht had.” (Verkorte uit. v. Vogl, blz. 232).
Fascikel 7
845
|