tempelzaal op zijde stonden en vol offergaven lagen422. De plaats
scheen zo buitengewoon groot en was zo vol mensen dat men de
indruk niet had hier in een kerk te zijn423.
Daar Jezus in de scholen zijn antwoorden en verklaringen met
allerhande voorbeelden, aan de natuur, de kunsten en
wetenschappen ontleend, had geïllustreerd, zo hadden zij
vakgeleerden of gespecialiseerden in die verschillende
wetenschappen hier bijeengeroepen.
Ieder van hen legde Jezus nu in verband met zijn vak
geschilpunten voor. Jezus zegde hierop dat Hij hun ditmaal te
woord wilde staan, omdat zijn Vader dit nu wilde, hoewel de
422 Tafels met offergaven. – Reeds is dit punt aangeraakt in fasc. 1, nr. 18,
aan het einde van voetnoot 38.
Waartoe die tafels, door Salomon op bevel van David gemaakt (II Par. 4, 8)
dienen moesten, is onbekend of onzeker, maar, zegt Sertillanges, “het
waren tafels voor de offergaven.”
“Het waren tafels waarop gelegd werden”, zegt de exegeet Crampon, “de
delen van het slachtoffer, die bestemd waren om op het altaar verbrand te
worden.” (Comm. I Par. 28, 16).
423 Zo buitengewoon groot. – Dit steunt wel meer op een indruk dan op de
werkelijkheid. Die voorplaats was niet zo enorm groot, maar door haar
hoogte van 40 m was ze indrukwekkend.
De afmetingen die Flavius Josephus geeft, zijn:
-
lengte 25 m;
-
hoogte 40 m;
-
breedte, of zo men wil diepte, 10 m. Alles van binnen gemeten.
Hoewel Flavius Josephus tot overdrijving geneigd is, neemt Parrot in zijn
werk ‘Temple de Jéruzalem’ die afmetingen toch aan.
Dat zo’n zaal, vooral door haar hoogte, een grote indruk maakt, ondervond ik
zelf, toen de kloosterpanden hier in aanbouw waren en de gewelven nog
niet aangebracht waren, hoewel alles nog klein was.
Wanneer K. de zaal rond noemt, geeft ze ook maar een indruk weer,
ontstaan door het feit dat de banken rondom de leerstoel in een kring
geschaard waren en zo de indruk van een ronde zaal maakten (cfr. fasc. 13,
nr. 445 en fasc. 28, nr. 1676). Ook het verhoog was rond, waarop de
leerstoel stond.
Fascikel 7
843
|