alleen het noodzakelijke in klederen en gebedsgewaden.
Soms zag ik vrouwen met werk tot haar komen, dat zij tot hun
opschik naar de mode gemaakt wilden hebben en wel uit
ijdelheid. Maria echter nam het niet aan, hoe nodig die arbeid
voor haar gezinsonderhoud ook was; dan zag ik die vrouwen haar
hierom snood beschimpen.
Leven der Heilige Familie te Matarea.
187.
Aanvankelijk viel het de H. Familie te Matarea niet mee; zij
kregen allerhande moeilijkheden te doorworstelen, vooral door
gebrek aan water en hout401. De inwoners kookten met droog
gras of riet; derhalve gebruikte de H. Familie haar spijzen meestal
koud. Jozef kreeg naderhand veel werk, want aan de huizen
bracht hij verbeteringen aan. Nochtans behandelden de mensen
401 Gebrek aan water en hout. –
a) aan water, bedoeld is drinkbaar water.
De bron van Matarea is het enige zoet water in de gehele streek, doch
eerst later zou Maria deze bron ontdekken; alle overige bronnen en
putten zijn zoutig en onaangenaam, zoals ook die in de woestijn, ten
oosten en westen van de Golf van Suez. (Dubois).
In dezelfde zin spreekt Janssens (406).
Het Nijlwater is geel en modderig en moet lang bezinken eer het
drinkbaar is. Nadat het een half uur geschept is, is de bodem van de
emmer reeds met een laag slijk van 3 vinger dik bedekt; ook regent het
hoogst zelden en daarom is het water er duur en is het land een
woestijn, uitnomen een strook grond aan weerszijden van de Nijl, enz.
(cfr. Kochem, groot Christus-leven, 297, 298; Géogr. univ. T. VI, 14; De
Géramb, III, 54-55; 173).
b) Te kort aan hout om vuur te maken (en het eten te koken).
Dit schijnt heden nog zo te zijn. In elk geval schreef de reiziger De
Tesson, een eeuw geleden: “Één van de bestaansmiddelen van de
bedoeïenen op het Sinaï-schiereiland is: het maken van houtkolen om
die in Egypte te verkopen.” (Voyage au mont Sinaï, blz. 141).
Fascikel 7
794
|