Pilatus had op allerlei manieren geld tot dit doel afgeperst en daar
was een eerloze kerel in het sanhedrin … hoe heet hij ook weer?
… zijn naam is me nu ontgaan, die het heimelijk met de
Herodianen houdt en alles voor Herodes afspiedt.
Het ontbrak Pilatus aan deugdelijke steen en bekwame
bouwmeesters, maar die kerel heeft ze hem vanwege Herodes aan
de hand gedaan; deze heeft vervolgens, in verstandhouding en
afspraak met Herodes en de bouwmeesters, die tot de sekte der
Herodianers behoorden, de gehele bouw zo verraderlijk
Bovenstaande tekening is het plan van een monument, drie kwartier ten
noorden van Hebron en bestemd om de woonplaats van Abraham te
Mambre te vereeuwigen.
De beschrijving ervan is reeds gegeven in het begin van fasc. 4 (verklaring
van de kaart van Hebron en omgeving).
Om deze schets te verstaan, leze men de bijgevoegde legende en een 20-
tal regels in fasc. 4.
In de zuidwesthoek van het rechthoekje ziet men aangetekend de eik die
Abrahams tent of woning overschaduwde.
In dezelfde hoek is ook de 7 m diepe bronput aangetekend, die nooit
geheel zonder water is. Op deze plaats heeft de gebeurtenis
plaatsgehad, die verteld is in Genesis, 18, 1-15 en die onze K. op haar
beurt zo mooi verteld heeft (zie terug fasc. 1, nr. 26).
Het gestreepte deel rechts wijst de oppervlakte aan, die later door een
basiliek van Konstantijn en haar bijgebouwen ingenomen werd.
In de laatste decennia hebben opgravingen de grondslagen van de
reusachtige ringmuur blootgelegd. Meteen werden ook resten ontdekt uit
de tijden der Koningen en dit wijst er op tot hoever in het Oude
Testament de traditie van Abrahams verblijf op die plaats teruggaat.
Ze ligt zowat 3 ½ km ten noorden van Hebron en heet Haram (ook: Beit)
Ramet el-Khalil, d.i. Heiligdom (Huis) van de hoogte van de vriend.
Immers, in navolging van de H. Schrift (Jes. 41, 8; Jak. 2, 23) geven de
Arabieren de naam el-Khalil (vriend van God) aan Abraham.
Daarom noemen zij ook Hebron ‘el-Khalil’, stad van de Vriend, omdat
zich daar zijn grafspelonk bevindt.
Deze bemerking komt hier te pas, omdat we Jezus straks naar Hebron
zullen zien gaan om de verwanten van de Doper te troosten.
Fascikel 22
1926
|