banierbeelden in de stad laten brengen, waartegen de Joden in
opstand kwamen549.
Een andermaal zag ik zijn soldaten op een feest, waarop de Joden
geen wapens mogen dragen noch geld aanraken, in de tempel
gaan en de offerblok open breken en het geld er uit wegnemen.
Dit gebeurde terwijl Joannes nog bij Ono aan de Jordaan doopte
en Jezus uit de woestijn (na zijn vasten) terugkeerde.
Heden avond werd Jezus met zijn gevolg te Betsoer hartelijk
verwelkomd en ontvangen. Lazarus en andere vrienden van
Jeruzalem waren hier reeds; men waste Hem en de leerlingen de
voeten en bood hun in overvloed met veel liefde alles aan,
waaraan zij behoefte hadden; Hij nam zijn intrek in een herberg
bij de synagoge (dus ook wel een herberg behorend bij de
synagoge) en daar overnachtte Hij.
549 Pilatus onenig met de Joden. – De twee, hier door K. vermelde gevallen,
vindt men bij Flavius Josephus uitvoerig verteld in Bell. Jud., I, 186 en Ant.
Jud., III, 229.
Wij citeren deze passages nu niet, maar plaatsen hier liever het beroemde,
doch omstreden getuigenis van Flavius Josephus over Christus; het sluit aan
bij het tweede geval van joods verzet:
“In dezelfde tijd trad Jezus op, een verlicht man, indien men Hem ten minste
niet méér dan als een louter mens moet beschouwen, zo wonderbaar was
Hij in zijn werken.
Hij onderrichtte allen die behagen vonden in de waarheid;
Hij had meerdere volgelingen, niet alleen onder de Joden, maar ook onder
de heidenen.
Hij was (geloofde men) de Messias.
De oversten van ons volk brachten beschuldigingen tegen Hem in bij Pilatus
en deze liet Hem kruisigen.
Zijn leerlingen die Hem in zijn leven hadden bemind, verlieten Hem niet na
zijn dood; Hij verscheen hun, verrezen en levend de derde dag.
Dit, zoals ook dat Hij vele mirakelen zou doen, hadden de heilige profeten
voorspeld. De christenen, die wij heden nog zien voortbestaan, hebben hun
naam van Hem.” (Ant. Jud., III, 230).
Fascikel 22
1974
|