De H. Schrift preciseert: de grafspelonk bevond zich tegenover, d.i. ten
oosten van het bos of de eiken; ze was voorafgegaan en ook omgeven
door eiken; ze bevond zich in een met eiken beplante akker.
Nu ligt de dubbele spelonk volop in de meest bevolkte wijk van Hebron.
In Christus’ tijd beperkte de stad zich tot het noordelijk gedeelte van de
huidige stad en het graf met de eiken in de vallei vond men ten zuiden
van Hebron. In het muselmans tijdperk heeft zich deze bloeiende wijk
ontwikkeld rondom het graf van Abraham, die door de muselmannen
hoog vereerd wordt. Niet alleen Abraham ligt hier begraven, maar ook
Isaäk en Jakob en hun vrouwen Sara, Rebekka en Lea. Dit graf met de
prachtige moskee en haar bijgebouwen is één van de vier grote
muzelmanse heiligdommen, zoals ook Hebron één van hun vier grote
heilige steden is. Vandaar het fanatisme van de moslims te Hebron.
Onze zienster roemt wel de grootheid van Hebron, maar dit is dan zo te
verstaan dat Hebron een verspreide stad was, dat ze bestond uit
meerdere huizengroepen en wijken, of zoals de H. Schrift het noemt, uit
dochterwijken en ‐dorpen. Men vindt inderdaad in de omgeving, vooral
naar het noorden, vele ruïnes, muurwerken, overblijfselen van huizen en
gebouwen.
Het beperkte Hebron uit Jezus’ tijd is op de kaart door speciale letters
aangeduid.
Fascikel 4
372
|