Ik zag onder het gebed van de twee H. Vrouwen nogmaals een
deel van het geheim van het Magnificat; ik moet ook gedurende
het octaaf van het feest (= het einde of laatste dag, de naviering), in de
nacht van zaterdag op zondag, alles nog eens weerzien en dan zal
ik er meer over kunnen meedelen.
Een `octaafdag` is de achtste dag na een bepaalde gebeurtenis.
De octaafdag speelt voornamelijk een rol in de Katholieke kerk.
Een bepaalde dag en de bijbehorende octaafdag vallen op dezelfde
weekdag. Dus als Kerstmis op een vrijdag valt, valt de 1e januari ook
op een vrijdag.
Voor het ogenblik is het mij alleen gegeven slechts het volgende
te zeggen: het Magnificat is een danklied voor de vervulling
van het sacrament van de zegen uit het Oud Verbond.
Ik zag gedurende het gebed van Maria al haar voorouders in een
ononderbroken rij. In de loop van de tijden waren er onder hen
drie reeksen van veertien op elkaar volgende huwelijken, waarin
de vader steeds de zoon uit het onmiddellijk voorafgaande
huwelijk is, en uit elk dezer echtverbintenissen zag ik een
lichtstraal op Maria komen, zoals zij hier nu te bidden stond.
Daar nu de ganse voorstelling als een stamboom van lichttwijgen,
die zich steeds meer veredelden, vóór mijn ogen opgroeide,
erkende ik tenslotte (naar het einde toe) duidelijk op een meer
bepaalde plaats van deze lichtstamboom, aan een groter glans het
ontstaan of het begin van het onbevlekt en heilig vlees en bloed
van Maria, waaruit God besloten had mens te worden.
Ach! het was met mij als met een kind dat onverwacht de
kerstboom vóór zich oprijzen ziet! Ik zag dat vlees en bloed met
smachtend verlangen, verheugd en biddend tegemoet! Het geheel
was een voorstelling van de naderende komst van Jezus Christus
in het menselijk bestaan en van zijn H. Sacrament. Het was alsof
ik het graan zag rijpen tot het Brood des Levens, waarnaar ik zo
hongerig ben.
Het is niet uit te drukken, ik kan geen woorden vinden om weer te
geven hoe het vlees ontstond, waarin het Woord is vlees
Fascikel 4
392
|