Hier en daar stonden in het dal kleine huizen op hoogten en in het
veld verspreid; ook schuren met rieten daken, die op 4, 6 of 8
palen rustten en met wanden van vlechtwerk gevormd waren.
Ten oosten van de grot zonk de heuvel naar een zakvormig dal af,
dat aan de noordkant (of zijn boveneinde) gesloten en enige
minuten breed was247.
Hier was de helling bedekt met struiken, bomen en tuinen, en
wanneer men het weelderige hoge gras van de weide, waardoor
een bron stroomde, en de op rijen geplante bomen doorkruiste en
zich naar de oostelijke hoogte of helling van dit dal begaf,
bereikte men langs een zeer aangename weg de grafspelonk van
Maraha in een heuvel die vooruitsprong uit de helling van het dal,
ten zuidoosten van de geboortegrot.
De spelonk van Maraha, voedster van Abraham, wordt ook Melk-
of Zooggrot genoemd. Bij verschillende gelegenheden heeft de
H. Maagd er zich met het Kindje Jezus in opgehouden. Boven die
grot stond een hoge boom, waarin zitplaatsen aangebracht waren,
en van daar uit kan men Bethlehem schoner zien liggen dan van
bij de geboortegrot.
***
Ik heb veel vernomen van wat in het Oud Testament in de
geboortegrot als voorafbeelding geschied is. Daarvan is het
247 De heuvel zonk ten oosten van de grot, beter gezegd: ten zuidoosten.
Ongeveer ten oosten van de grot begint een valleitje met beek (deze beek
schijnt verdwenen te zijn) naar het zuiden. De bodem ten zuiden van de grot
daalde naar de bedding van het valleitje af, en ging daarna weer opwaarts.
Spoedig bereikt men de vooruitspringende heuvel met de Melk- of Zooggrot
op de oosthelling van ‘t valleitje. Dit was ten noorden door de
geboorteheuvel gesloten, zakvormig eindigend.
Ook de H. Driekoningen met hun gevolg zullen daar kamperen, ‘in de vallei
achter de geboortegrot tot bij de melkgrot’. (fasc. 6, nr. 152).
Een grote boom stond boven de grot, dit betekent zonder twijfel: iets hoger
op de helling. Deze grot bleef beroemd en verder zullen er kort enige
wetenswaardigheden over meegedeeld worden.
Fascikel 4
466
|