landbezitter te zijn; het was hier een bedrijvige boerderij; vele
knechten die hier op de kost werkten, zag ik komen en gaan.
De huisheer ontving de reizigers zeer vriendelijk en toonde zich
zeer gedienstig; zij werden naar een gerieflijke kamer gebracht en
ook voor de ezel werd goed gezorgd. Een dienstknecht moest aan
de bron (of vijver) Jozef de voeten wassen en zijn klederen
afstoffen en effen strijken; ondertussen werden aan Jozef andere
klederen verschaft; een meid bewees dezelfde diensten aan de H.
Maagd; hier aten en sliepen zij.
De huisvrouw was nogal wonderlijk: eigenzinnig van karakter; zij
woonde op haar eigen en hield zich verborgen; zij had de reizigers
uit haar afgezonderd verblijf bij hun aankomst heimelijk bekeken
en daar zijzelf nog jong en bovendien ijdel was, had de
schoonheid der H. Maagd haar afgunstig en wrevelig gestemd;
hierbij kwam nog dat zij vreesde dat Maria zou vragen om hier
haar uur af te mogen wachten. En zo hield zij zich liefdeloos
teruggetrokken en bedacht middelen om te bekomen dat zij de
volgende dag niet zouden blijven.
Dit is dezelfde vrouw welke Jezus 30 jaar later op 11 oktober,
als hij hier na zijn doop passeerde en dit huis bezocht, blind en
ineengekromd aantrof. Ook genas Hij haar, na ze evenwel
eerst over haar ongastvrijheid, afgunst en ijdelheid berispt te
hebben (fasc. 11, nr. 313).
Er waren ook kinderen in het huis; de vrouw kon nochtans niet
verhinderen dat de H. Familie hier overnachtte.
Donderdag, 22 november. –
Heden, tegen de middag, zag ik de H. Familie de woning van
gisteren verlaten. Enige bewoners vergezelden haar nog een
eindweegs; zij kwamen nu, na een korte reis van ongeveer 2 uren
in westelijke richting, in een dorp van twee lange rijen huizen, die
tuinen en voorhoven hadden en niet al te dicht aan weerszijden
Fascikel 4
441
|