Maria terug naar Nazareth. – Jozef ontsteld, een
Engel stelt hem gerust.
Na de geboorte van Joannes en nog vóór zijn besnijdenis ving de H.
Maagd de terugreis naar Nazareth aan. Jozef kwam haar tot
halverwege tegemoet.
Tussenbemerking van Brentano.
Door de omstandigheden van ziekte en storing was de zuster zo in
verwarring, dat zij vergat mee te delen wie de H. Maagd tot de plaats
der ontmoeting met Jozef vergezelde. Ook noemde zij de plaats der
ontmoeting niet.
Waarschijnlijk was het Dotan, waar zij ook op hun heenreis naar
Elisabet bij een vriend van Jozefs vader hun intrek genomen hadden.
Is dit zo, dan werd Maria tot Dotan vergezeld door verwanten van
Zakarias, of slechts tot Jeruzalem, waar deze verwanten door
vrienden uit Nazareth, die toevallig dezelfde weg af te leggen
hadden, vervangen werden. Deze veronderstelling is min of meer
gegrond, gezien de mededelingen die de zienster even verder zal
doen.
Deze vertelt voort:
Toen Jozef met de H. Maagd de tweede helft van de terugweg
naar Nazareth aflegde, bemerkte hij aan haar gestalte dat zij in
gezegende toestand verkeerde en hierop werd hij door een storm
van zorgen en twijfels overvallen en aangevochten, want de
boodschap van de Engel was hem volkomen onbekend.
Inderdaad, na zijn huwelijk was Jozef aanstonds naar Bethlehem
gegaan om een erfeniszaak in orde te brengen. Maria was
ondertussen met haar ouders en enkele schoolvriendinnen naar
Nazareth getrokken. De boodschap was voorgevallen, eer Jozef
te Nazareth aangekomen was (zie nr. 83, begin).
Fascikel 4
408
|