zich213. Zij gingen ook in de omgeving wandelen, meest tegen
avond, wanneer het koel werd, want Zakarias’ huis lag
gescheiden; het was afgezonderd en van groen omgeven.
Gewoonlijk gingen zij om 9 uur slapen, maar waren elke morgen
reeds vóór zonopgang weer op214.
Geboorte van Joannes.
100.
9 juni 1821. –
Voorbemerking van Brentano.
Op 9 juni 1821 voelde de zuster aan, dat er een relikwie van
Parmenas, een leerling van Christus, in haar nabijheid was; zij kwam
er door in een visioen op het leven van die heilige, van wie zij veel
vertelde. Aan dat summaire levensverhaal is het volgende ontleend,
dat hier goed op zijn plaats schijnt.
Ik heb de heilige Maagd, toen zij van Joetta naar Nazareth
terugkeerde, enige dagen zien doorbrengen in het huis van de
ouders van de latere leerling Parmenas, die toen nog niet geboren
213 Droegen kruikje water mee. – Beaufays noemt in zijn boek ‘Onze-Lieve-
Vrouw’, blz. 68, onder de benodigdheden welke de Israëlieten op reis
meenamen, een koefles, waarmee hij zeker een kalebas bedoelt.
214 Nota van Brentano. – De voorgaande mededelingen bevatten alles wat
de eerbiedwaardige zuster heeft meegedeeld uit haar visioenen op het
bezoek van Maria aan haar nicht Elisabet. Er valt hierbij op te merken dat zij
dit gebeuren verhaalde in de eerste dagen van juli, naar aanleiding van het
kerkelijk feest van Maria-Visitatie.
Maria’s bezoek heeft nochtans waarschijnlijk in maart plaats gehad, daar de
zienster reeds op 25 februari de boodschap van de engel aan Maria zag, en
daar zij de H. Maagd spoedig daarop de reis naar Elisabet zag ondernemen;
het was ook nog in de tijd van het paasfeest, dat Jozef te Jeruzalem op zijn
heenreis bijwonen moest.
Dit feest nu begon op 14 Nisan, welke maand ongeveer beantwoordt aan
onze maand maart.
Fascikel 4
405
|