Wat ik begrijp is niet gemakkelijk onder woorden te brengen,
maar het was als een diepe put, dwars door alle leven heen, en er
werd zolang water uit opgehaald, totdat het rein en helder water,
nl. tot Maria eruit opstijgend verscheen. Zo drukte de zieneres
zich in extatische toestand hierover uit251.
De boom die zich boven deze grot verhief, was als een linde,
breed en schaduwrijk, boven spits en van onderen breed; het was
een terpentijnboom; hij droeg witte, oliehoudende korrels die men
kon eten.
251 Uitlating in extatische toestand. “Es war wie ein tiefer Brunnen durch alle
Leben hindurch, und es wurde immer hineingeschöpft, bis das klare Wasser
Maria emporstieg.”
Anders uitgedrukt: “Ik zag de lange opeenvolging der generaties der
voorouders van Maria; allen droegen bij onder Gods leiding tot het
verwekken van het vlees en bloed van Maria, tot zij eindelijk onbevlekt te
voorschijn trad. Ook Maraha had in dat ver verleden daartoe bijgedragen.”
Of nog anders gezegd: “Het leven en de zegen die in Abraham was, zette
zich over van geslacht tot geslacht tot Maria, de voltooiing en volmaakte
vrucht van de aan Abraham verleende zegen, op aarde verscheen.”
Maraha had door haar zorg voor Abraham als voedster de bron helpen
vullen en had hierdoor enig aandeel gehad aan de voortbrenging van Maria
Onbevlekt Ontvangen.
Fascikel 4
471
|