De wand van de grot keerde op dit punt naar het zuidoosten en
draaide vervolgens, terwijl hij de kamer breder maakte, naar het
zuiden en (de grot der kribbe vormend) dan weer naar het noorden
in de gang van de grot. (Na de zijgrot gevormd te hebben,
wendde hij zich naar ‘t westen tot bij de ingang en vormde de
gang van de grot.)
De H. Maagd bevond zich in het oostpunt van deze grot, recht
tegenover haar hoofdingang, toen het Licht van de wereld uit haar
geboren werd.
In de zuidelijke verbreding van de grot stond, aan het westeinde
van de verbreding, de kribbe waarin het goddelijk Kind na zijn
geboorte neergelegd werd. Deze kribbe bestond uit een op de
grond neergezette, trogvormige, uitgeholde stenen bak, die tot
drinkbak voor de dieren diende, en boven deze drinkbak was op 4
stijlen of staken een voederrek of ruif opgesteld246.
246 Deze woorden zijn boven geciteerd. Men ziet eruit dat de kribbe een
losse stenen bak was. Inderdaad, thans rust hij op een marmeren
kolommetje, maar vroeger op stenen; deze zijn ofwel uitgebrokkeld, ofwel
uitgenomen en zijn als relikwieën in verscheidene kerken terechtgekomen.
Zo is een stuk steen, als afkomstig van de kribbe, bewaard in dezelfde Maria
Maggiorekerk te Rome (zie afbeelding fasc. 36, nr. 2302), waar de plankjes
der kribbe bewaard zijn.
Fascikel 4
463
|