kussens reikten slechts tot even beneden de knieën. Dwars vóór
hen stond een gekussend bankje (of tafeltje) op 2 hoger pikkels,
die in dwarsstaven bevestigd waren. Zij lagen hier allen schuin
naast de tafel, zodat de voeten van de een langs de rug lagen van
de buurman vóór hem.
In het huis van Simon en van het Laatste Avondmaal lagen zij op
een ander model van ligstoelen en hun voeten waren daar geheel
naar buiten gekeerd (rechthoekig van de tafel weg).
Het was een formele maaltijd die hier plaats had; zij baden
staande en aten al liggend. Gedurende de maaltijd hielden Petrus
en Joannes een onderrichting.
2041.
Aan het einde van de maaltijd werd vóór Petrus een plat brood
neergezet; het was voorzien van ingedrukte strepen ter verdeling.
Petrus brak dit brood in de door de kerven aangeduide stukken,
verdeelde nog verder ieder stuk en liet ze op 2 borden links en
rechts rondgeven. Zo ook werd daarna een grote beker wijn
rondgegeven en allen dronken er uit (cfr. fasc. 2, nr. 58, voetnoot
121).
Hoewel Petrus het brood zegende, was dit nochtans niet het
allerheiligste Sacrament, doch slechts een liefdemaal, waarbij
Petrus zegde dat zij allen samen tot één lichaam verenigd moesten
zijn, zoals dit brood, dat hen voedde, uit vele korrels één brood
was geworden, en zoals deze wijn, die zij dronken, uit vele
druiven tot één drank was geperst. Daarna stonden zij op en
zongen psalmen.
Nadat de maaltijd geëindigd en de tafel weggeruimd was, traden
de H. Vrouwen in een halve kring aan het einde van de zaal. De
leerlingen stonden aan beide zijden en alle apostelen wandelden
op en neer en deelden aan deze meer onderrichte leerlingen mee al
wat zij hun van het allerheiligste Sacrament bekend mochten
maken; dit was als de eerste Catechismusles na Jezus’ dood.
Fascikel 33
751
|