Het Allerheiligste was geopend; zij stonden aan beide zijden.
Ook de wand tussen middenzaal en voorzaal was geopend. In de
voorzaal stonden wel een dertigtal leerlingen. Er werd
koorsgewijze gezongen en gebeden. Ik had de indruk de Metten
(= rooms-katholiek; één van de canonieke uren; eerste gedeelte van het
dagelijkse breviergebed, hoofdzakelijk bestaand uit psalmen en lessen)
in een klooster te horen zingen (cfr. nrs. 2112, 2113, 2127, 2157).
Daarna richtte Petrus ook tot deze leerlingen het woord.
Als de voorzaal gesloten was, dan was de middenzaal meer breed
dan lang; nu de voorzaal naar binnen openstond, geleek het hele
huis op een kerk, want het openstaande Allerheiligste, dat boven
een nisvormig, toelopend gewelf had, maakte de indruk van een
koor met zijn altaar. Ook Nikodemus, Jozef van Arimatea en de
zoon van Simeon waren er tegenwoordig.
2109.
24 april. –
Heden in de vroege morgenstond heb ik in het huis van het
Avondmaal weer dezelfde godsdienstoefeningen gezien als
gisteren. Ook Maria woonde die bij. Zij stond vóór de middelste
opening van de voorzaal, maar (vooraan) IN de middenzaal en
wel gans alleen en met het aangezicht naar het allerheiligste
Sacrament gekeerd. Aan haar zijden, doch meer achteruit in de
voorzaal tussen de open zuilen stonden de leerlingen en apostelen
met het aangezicht (half) naar elkaar en (half) naar het H.
Sacrament gekeerd; het voorhangsel was open maar het
tabernakel dicht.
De H. Maagd was in haar lange, witte mantel gehuld en gesluierd;
zij scheen mij een kroon op het hoofd te hebben, doch ik meen dat
het wellicht geen natuurlijke, echte kroon was, doch een
schijnbare, een zinnebeeldige kroon, opdat ik haar waardigheid er
door zou vernemen.
Deze wijze van bidden (in koor) is door Jezus
Christus zelf ingesteld. Hij heeft hun het geheim van
Fascikel 33
853
|