ook staan er lage zetels bij, gelijk halve canapees, maar met de
leuning naar de tafel gekeerd.
In de namiddag verhaalde de zienster het volgende:
Heden middag zag ik de Moeder Gods in het huis te Jeruzalem,
waar de vrouwen zich na de kruisiging ophielden (in de
bijgebouwen van het Cenakel). Zij zat alleen in een schriftrol te
lezen; zij richtte zich op en op dit ogenblik kwam een grote vrouw
bij haar binnen, dezelfde die ik, gedurende de bijeenkomst, waarin
Jezus aan Tomas verscheen, in de voorzaal zag blijven staan,
terwijl Maria en Magdalena tot de leerlingen (in de middenzaal)
binnentraden. Zij wond de Moeder Gods een lange doek om en
zij gingen beiden naar de Olijfberg. De grote vrouw volgde de H.
Maagd op een kleine afstand. Het is dezelfde die ik later nog bij
de H. Maagd als dienstmeid zag tot aan haar dood in het huis van
Joannes te Efeze.
Het aangroeien van de Gemeente.
2104.
22 april. –
Sedert de communie van Maria had ik reeds dikwijls gezichten
over de apostelen. Het hoofdzakelijkste wat ik daaruit kon
besluiten, is dat de Gemeente snel aangroeide. Ik zag vele
mensen, voornamelijk uit de omstreken van het Meer van Galilea,
er met ezels en pakken heenkomen en men was in de weer om
hun een onderkomen te bezorgen. Zij kwamen gewoonlijk eerst
in de herberg der leerlingen vóór (een klein half uur ten noorden
van) Betanië, waar bestendig beurtelings enige leerlingen
verbleven, bij wie de aankomenden alle nodige raad en
inlichtingen ontvingen. Regelmatig kwamen nieuwelingen aan.
De aankomenden werden vervolgens meest allen door de
leerlingen naar Lazarus verwezen, die vele huizen en woningen
had. Ook te Jeruzalem in de wijk van de berg Sion woonden er
Fascikel 33
848
|