deze godsdienstoefening bij of onder het eten van de
vis bij Tiberias geopenbaard en ook tijdens zijn
verschijning, waardoor Tomas overtuigd werd van
Jezus’ Verrijzenis. Maar nu weet ik dit geheim (de reden van
deze wijze van bidden) niet meer.
De Moeder Gods komt nu regelmatig op de berg naar het
Cenakel.
2110.
Heden vroeg gingen alle apostelen naar Betanië. Petrus’ vrouw
en dochter en andere vrouwen, ook de vrouw van Markus243 zijn
nu van Betsaïda naar Betanië gekomen; zij wonen daar in tenten.
De vrouwen hebben hoegenaamd geen omgang met de mannen.
Het bezit is gemeenschappelijk. Zij komen slechts in de
onderrichtingen met de apostelen samen. De vrouwen houden
zich bezig met weven en met het vlechten van lange banen grof
tentdoek, en vele werken daarbij aan hetzelfde stuk.
Maria, Marta en Magdalena verrichten naai- en borduurwerk.
Onder hun werk zijn zij soms gezeten; ook verrichten zij het soms
al wandelend, het werk op de hand houdend. Ik zag Maria op
stukken, nog niet zo groot als een servet, een figuur stikken, die
aan een apostel of aan de Heer zelf deed denken. Deze figuur was
243 Markus. – Hier is de Evangelist Markus bedoeld en niet Joannes Markus
van Jeruzalem.
Volgens D.B., Marc, schijnt de oudheid slechts één Markus gekend te
hebben. Moderne exegeten hebben 2 Markussen onderscheiden, nl.
Markus, een leerling van Petrus en Joannes Markus van Jeruzalem, een
leerling van de H. Paulus.
Moderne critici verwerpen opnieuw dit onderscheid, doch geven toe dat aan
hun vereenzelviging moeilijkheden verbonden zijn.
Uit de verhalen van K. blijkt duidelijk dat de Evangelist Markus te
onderscheiden is van Joannes Markus van Jeruzalem. Zelfs geeft zij een
hele levensschets van de eerste en met de verspreide gegevens over de
tweede zou eveneens een levensschets samen te stellen zijn.
Fascikel 33
854
|