bespieders. En toen Petrus zijn toehoorders opwekte239 om maar
alles te verlaten en zich bij hen aan te sluiten, daar hij hun alles
zou verschaffen wat zij nodig konden hebben, lachten en spotten
die spionnen met hem, omdat hijzelf niets had, een landloper en
straatarme visser was, die niet genoeg won om rond te komen en
zijn vrouw en huis te onderhouden.
De lering van Petrus was hier meer ingegeven door een bevel van
Jezus, dan geïnspireerd door eigen inwendige bezieling en
geestdrift, die zij pas ontvingen bij de nederdaling van de H.
Geest. De H. Maagd was weer naar Betanië, in het huis van
Marta en Magdalena gekomen240.
16 april = 1 Ijjar; Nieuwe Maan. –
Ik zag de apostelen en oude en nieuwe leerlingen nog in Betanië
bij Lazarus, waar Petrus nog openlijk onderrichtingen hield.
Petrus voert nu in de vergaderingen het woord, doch in gevallen
van een te grote toeloop, geeft hij ook aan andere apostelen
opdracht het woord te richten tot een deel van de toehoorders.
Sedert hij door Jezus met de mantel bekleed werd (nr. 2075,
midden) en bij het Meer van de vis gegeten heeft, die geen
natuurlijke vis was, en hij daardoor een eigen uitzonderlijke
kracht ontving (zelfs over de overledenen), leeft een geheel
nieuwe mens in hem. Allen erkennen hem als het hoofd, de mond
en de hand van de Gemeenschap.
239 Hoe waagden zich spionnen tot in de zaal en in het voorhof?
Het antwoord op deze vraag is reeds uitvoerig gegeven in fasc. 16, nr. 656,
voetnoot 306.
240 Petrus voert het woord. – Allen erkennen hem als de Opperherder, het
hoofd, de leider van de Gemeenschap. Dit zien wij hier voortdurend bij K.
Emmerick en later zal dit nog duidelijker en nadrukkelijker blijken. Dit punt
alleen reeds maakt de openbaringen van K.E. actueel voor onze tijd. Petrus
is het hoofd van het Kollege der apostelen, de bisschop van de
bisschoppen, de leider van de gelovigen, van de gehele Kerk.
Fascikel 33
838
|