komen, doch er waren nog geen vrouwen onder hen. Toen de zon
opgegaan was, kwam Jezus terug op de weg, die naar de
Kalvarieberg en het H. Graf leidt, doch Hij ging niet
geheel tot daar, maar Hij wendde zich rond de stad
om (langs haar noordkant) naar de Olijfberg253.
2130.
Ook op deze wegen werden enige verwoestingen en afsluitingen
rond de plaatsen die Jezus door zijn gebed en onderricht
had geheiligd, door de leerlingen hersteld of
weggeruimd; werktuigen daartoe vonden zij in de nabije tuinen
en ik herinner mij een soort van ronde schoppen.
Bij de Olijfberg gekomen ging de Heer weer met hen
op een dergelijke, doch hier veel uitgestrekter
lustplaats neerzitten. Hier voegden zich ook nog veel
andere H. Vrouwen bij het gevolg.
(De uitgestrekter lustplaats is waarschijnlijk de verbreding van de
Kedronvallei tussen de Olijfhof in het noorden en het graf van
Absalom in het zuiden, een kleine vlakte met vruchtbare bodem,
bestaande uit tuinen en akkerland).
De plaats was buitengewoon aangenaam en koel. Hier stond
schoon en lang gras en ik verwonderde mij niet weinig erover, het
nergens ook maar in het minst platgetreden te zien.
253 Hij kwam weer op de weg van de Kalvarieberg. – Het best kunnen wij ons
voorstellen dat Jezus, de Kalvariepoort uitgaande, aanstonds links,
zuidwaarts afsloeg en daar in een tuin in de hoek tussen de stadsmuren,
enige tijd vertoefde.
Hierna keert Hij op zijn stappen noordwaarts terug, betreedt weer de weg
van Kalvarië tussen deze heuvel en de stadsmuur.
Daar gekomen vervolgt Hij zijn weg noordwaarts zonder links naar Kalvarië
in te slaan, draait weldra rond de Hoekpoort en gaat langs de noordkant der
stad naar de Olijfberg (zie grote kaart 3).
Fascikel 33
879
|