-
Of heeft hij onder ‘de dag zelf’ het ‘feest’ bedoeld, dat 7 dagen duurde,
zoals men in onze liturgie de 8 dagen van een groot feest met octaaf kan
aanduiden met ‘deze dag’.
Op Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart en gedurende heel het octaaf baden wij in
de mis: ‘“Verleen ons, almachtige God, dat wij die geloven dat uw Zoon,
onze Heer, heden ten hemel opgestegen is, ook zelf met onze gedachten in
de hemel mogen leven.”
In de prefatie van Pasen zegden of zongen wij 8 dagen lang: “Het is
rechtvaardig en heilzaam dat wij U, God, te allen tijde, doch vooral op deze
roemrijke dag U prijzen.”
Is Lukas’ manier van spreken geen navolging van Ex. 13, 1-2 (12, 51):
“Nog op dezelfde dag sprak Mozes tot het volk”.
In elk geval komen in het evangelie tijdsopgaven voor die moeilijk letterlijk
verstaan kunnen worden;
-
zo bij Joannes driemaal achtereen: ‘de volgende dag’, nl. in Joa. 1, 29;
Joa. 1, 35; Joa. 1, 43. K.E. verklaart uitdrukkelijk dat erdoor verstaan
moet worden: ‘enige dagen’ of ‘korte tijd daarna’.
-
Ook in Joa. 2, 1 is de uitdrukking ‘de derde dag’ niet letterlijk te nemen.
-
Zelfs in het Oud-Testament komen zulke uitdrukkingen voor, b.v. Ex. 2,
13; 18, 13; 32, 30.
-
Waarop slaan bij Matteüs 17, 1 de woorden: ‘En 7 dagen daarna’ ?
Niemand weet het met zekerheid. Zit er geen zinnebeeldige betekenis in
het getal?
-
Hoe verklaart men de woorden bij Markus: “Het was nu het 3e uur
(= 9 uur voormiddag) en zij kruisigden Jezus!” (Mk. 15, 25).
Om nu aan te tonen dat K. de Evangeliën niet tegenspreekt, maar ze eerder
opheldert, wijzen wij op de genezing van de knecht van de hoofdman van
Kafarnaüm.
Matteüs (8, 5-13) en Lukas (7, 1-10) vertellen het wonder verschillend.
Het verhaal van K. komt treffend overeen met dat van Lukas.
Indien Lukas toevallig dit wonder niet had beschreven, algemeen zou men
aannemen dat K. in strijd is met Matteüs en zij of Brentano erbij fantaseert.
Toch zou zij niet alleen niet in strijd geweest zijn met Matteüs, maar de juiste
voorstelling van de genezing gegeven hebben.
***
Fascikel 33
769
|