De lichtende vlammen daalden op ieder van hen
neer, verschillend in kleuren en intensiteit.
2144.
Dit gedruis als van een onweer wekte vele mensen uit hun slaap.
De Geest vervulde ook met ontroering vele aanhangers en
leerlingen die in de omgeving woonden. Als die uitstorting
voorbij was, was de gehele verzameling met een blijde
kloekmoedigheid (= moed, durf, dapperheid, onversaagd) bezield.
Allen waren bewogen, als dronken van vreugde en met
vertrouwen vervuld. Zij schaarden zich rondom de H. Maagd die
ik, hoewel ook zij zeer verkwikt was, toch niet zo uitbundig vol
geestdrift zag, maar eerder zeer kalm en stil en, zoals altijd, in
haar binnenste vol heilige zelfbeheersing.
De apostelen echter omarmden elkander en waren van een heilige
vreugde, durf en vrijmoedigheid om te spreken doordrongen.
Het was als riepen zij elkander toe: “Hoe waren wij? Wat is er
van ons geworden?”. Ook de H. Vrouwen omarmden elkander.
Alle leerlingen in de gangen waren op dezelfde wijze ontroerd en
geestdriftig. De apostelen liepen tot hen en waren als met een
nieuw leven, met vreugde, vertrouwen vervuld en met een
stoutmoedigheid, die vrees noch aarzelen kende.
Deze eerste ontboezeming van de ontvangen inwendige
verlichting en versterking ging nu in een vurige dankzegging
over. Zij plaatsten zich als naar gewoonte in de
rangschikking voor het gebed. Zij loofden God en betuigden
Hem met grote vurigheid hun diepgevoelde dank.
Middelerwijl verdween geleidelijk het buitengewone
licht geheel.
Petrus hield tenslotte een redevoering voor de leerlingen en zond
er verscheidene uit naar de kampeerplaatsen van de bestgezinde
vreemdelingen, die voor het Pinksterfeest naar Jeruzalem
gekomen waren.
Fascikel 34
921
|