vijver omringen, vormt een vierhoekige zaal, ongeveer zo groot
als de kloosterkerk van Dülmen in het vierkant (gelijke
bodemoppervlakte). De lampen waren aangestoken en de kerk
was propvol mannen en vrouwen; en nog velen, die binnen geen
plaats konden vinden, omringden ze van buiten. Ik zag een zestal
apostelen deze mensen op verscheidene plaatsen onderrichten,
alsook de achter een traliehek afgezonderde vrouwen. Petrus en
Joannes waren er niet bij; zij hadden in de stad andere
bezigheden.
Onder de aanwezige apostelen onderscheidde ik Jakobus; zij
hadden alle 6 witte klederen aan, zoals ik er hen onder het gebed
in het Cenakel zag dragen. Ik vernam of voelde dat alle hier
aanwezigen nieuw-gedoopten waren, die zich op Pinksteren en
sedert die dag bekeerd hadden. Ik hoorde ook hoe zij over de H.
Communie onderricht werden en uit dit onderricht heb ik nog
onthouden waarom het H. Sacrament in de nacht ingesteld was
(waarschijnlijk omdat het een diep, duister en groots geheim was;
vele geheimenissen in Jezus’ leven hadden plaats omstreeks
middernacht, cfr. fasc. 24, nr. 1195, voetnoot 629), nl. omdat wij
in de duisternis en in de nacht leven en het licht in de nacht
moesten ontvangen, en opdat de nacht zelf verlicht zou worden
(cfr. Ps. 139, 11-12).
Ik zag ook de bezigheden van Petrus en Joannes (in de stad) en
van anderen. Het geschiedde heden, nog heel in de vroegte, dat
vele schapen, geiten, duiven, grote vogelen met rode poten en
snavels, bij de vijver Bethesda samengebracht werden, en dat
Simon de Farizeeër uit Betanië, onder een tentdak, met de
leveranciers van de dieren berekeningen maakte. Hij had een
huishouding gehad en had verstand van huiszakenbeheer; het was
alsof hij op een rol ieders vermogen en giften noteerde.
2177.
Ik zag later veel vee, schapen en geiten op het binnenhof van het
Cenakel boven op de berg Sion geslacht en in stukken verdeeld
worden en de behoeftigen van die voorraad het nodige ontvangen.
Fascikel 34
961
|