van 130 135 m; de westelijke een hoogte van 358 m in haar zuidelijk
gedeelte, maar daalt tot 100 m in het noorden. Hier heeft men door de
opening een mooi vergezicht over de moerassige Kaystrosvlakte tot op
de zee.
De ruïnes van Efeze behoren tot de prachtigste en kostbaarste
overblijfselen uit de oudheid.
Wij willen nu even, heel in het kort en vlug, de stad doorwandelen en de
monumenten noemen, die wij op onze weg ontmoeten.
Het commentaar zal tot een minimum beperkt worden en in vele
gevallen geheel wegblijven. De cijfers tussen haakjes () verwijzen naar
het ‘Plan van de stad Efeze’.
Van het station (1) westwaarts gaande komen wij na een weg van 400 m
bij het ellendige, reeds genoemde Turkse dorp Ajasoloek, gelegen bij de
zuidvoet van een kleine heuvelketen, die van zuid naar noord bestaat uit
3 toppen. Van hier heeft zich het oorspronkelijke Efeze 1500 m verder
naar het zuidwesten verlegd. In de middelste heuvel vindt men het graf
van de apostel en evangelist Joannes.
Van de voet van de heuvel zuidwaarts gaande, laten wij de tempel van
Diana (Artemision) (2) links, gaan over de beek Selenus (3),
volgen de weg 4, die om de Prion of Panajir Dagh heuvel draait.
Wij laten op deze weg het graf van de krijgsheld Androclos links (5).
Wij treden weldra door de Magnesiapoort (6) de stad in en hebben op
dit punt het oost gymnasium rechts (7).
Even verder links hebben we de resten van een christelijke kerk (8), die
een heidense basiliek opgevolgd heeft. Nog een weinig verder, weer
links, liggen de resten van een wollemarkt of halle (9).
De weg loopt door de pas tussen de Prionheuvel rechts en de akropool
van de westelijke heuvelketen en alvorens aan het einde van de pas in
de middelvallei af te dalen ziet men rechts op de eerste heuvelhelling
een Odeion of klein theater (10).
Aanstonds daarop liggen links de resten van een Romeinse tempel (11),
die de agora of markt (12) in het noordwesten beheerst.
Fascikel 34
6
|