blonde haren gescheiden en aan weerszijden achter de oren
gestreken. Vergeleken bij de overige apostelen ging er van zijn
tedere, zachte verschijning bijna iets vrouwelijks, iets maagdelijks
uit.
In de laatste tijd van haar leven op aarde zag ik Maria steeds
stiller, steeds dieper in zichzelf gekeerd; zij gebruikte bijna geen
voedsel meer. Het was alsof alleen haar lichaam nog op aarde en
haar geest reeds in de andere wereld was. Over haar verschijning
lag iets van iemand die met zijn gedachten elders is of in
geestverrukking van de aarde verwijderd19.
In de laatste weken vóór haar dood, toen zij oud en zwak
geworden was zag ik dikwijls dat de dienstmeid haar in het huis
rondleidde.
2201.
Eens zag ik Joannes het huis van Maria binnengaan; en nu zag
ook hij er veel ouder uit. Hij was mager en slank en
binnentredend had hij zijn wit, lang, vouwenrijk kleed tussen zijn
gordel opgeschort. Hij legde deze gordel af en deed een andere
aan waarop lettertekens geborduurd waren en die hij van onder
zijn kleed te voorschijn haalde. Op zijn arm stak hij een soort van
manipel en legde een stool om de hals.
19 Maria leefde daar in een afgetrokken wereld. – Welke waren in die
eenzaamheid Maria’s dagelijkse bezigheden? Op deze vraag wordt in Petits
Bollandistes, T. 16, blz. 111 geantwoord: "Zij leefde in innig contact met haar
goddelijke Zoon (die volgens K.E. altijd eucharistisch in haar tegenwoordig
was), in innige vereniging en omgang met de aanbiddelijke Drie-eenheid in
haar ziel. Zij bracht een groot deel van haar tijd door met geestelijke lezing,
beschouwing, gebed en in de overweging van de geloofswaarheden. Zij
overdacht het lijden van haar Zoon (eerst te Jeruzalem) op de plaatsen zelf
waar Hij het doorstaan had, en later bij Efeze op een kruisweg die zij, de
ware kruisweg nabootsend, zelf had aangelegd en ingericht. Zij ontving de
gelovigen, de leerlingen en apostelen, die raad en aanmoediging bij haar
kwamen zoeken en die zich niet aan een belangrijke onderneming waagden
zonder vooraf haar raad te hebben ingewonnen.” Een weinig handarbeid
zou daaraan misschien kunnen worden toegevoegd.
Fascikel 34
45
|