De voorradige goederen werden er op ezels heengebracht; ze
bestonden in beurzen met verscheidene soorten van geld:
in kleine stokjes, schroefvormig gedraaid,
in plaatjes waarop een stempel geslagen was en die aan
kettinkjes samenhingen, ook
in plaatjes van ovale vorm,
doch hoofdzakelijk in grote pakken van stoffen, deksels, klederen
en allerhande vaatwerk, huisraad en de nodige gereedschappen
voor de inrichting van een huishouding.
Saulus zag ik nog eens zeer ondernemend en onvermoeid in zijn
tegenkanting. Hij hitste de Sadduceeën op, in wie hij geschikte
bondgenoten zag. Ik zag hem van de een tot de andere gaan en zij
moesten hem de hand reiken tot teken van afspraak voor de
uitvoering van het een of ander plan (fasc. 13, nr. 453, voetnoot
208). Hij was vooral verbitterd omdat te Samaria Simon de
Tovenaar zich bekeerd had. Doch deze Simon werd weer afvallig
(Hand. 8, 13-24).
15 juni. –
Daags na de inbezitneming van het huis van Jozef van Arimatea
door de diakens zag ik de apostelen zich in Judea verdelen.
Simon van Samaria, de Tovenaar, had reeds zijn geloof verzaakt
en was naar Jeruzalem tot Saulus gekomen, wiens woede en
verbittering nog gedurig toenam. Simon had alle handelingen van
de apostelen gezien en verried ze lafhartig. Saulus verzocht de
priesters om brieven en trok als een gevolmachtigde naar
verscheidene steden om de christenen daar te vervolgen (Hand. 9,
1).
De apostelen hadden onder elkander de plaats verwisseld, waar zij
eerst geweest waren. De eerste maal was ieder naar het gewest
van zijn woonplaats getrokken.
Ik herinner me alleen nog dat ditmaal
Fascikel 34
977
|