vader van Petrus kwam vestigen, nadat hij Petrus de visserij bij
Betsaïda overgelaten had.
Jezus bekwam daar een huis van een man uit Kafarnaüm, met
name Levi; deze man had de H. Familie lief en bood Jezus dit
huis aan tot verblijf; het was afzonderlijk gelegen (op geringe
afstand van het dorp) en met een gracht van staande water
omringd; daar stonden nog meer andere huizen in de nabijheid,
bewoond door dienstknechten van Levi; deze zond van uit
Kafarnaüm de nodige levensmiddelen aan de H. Familie.
Reeds in zijn jeugd telde Jezus vele aanhangers onder de
jongelingen van Nazareth, maar de een na de ander verlieten zij
Hem weer; Jezus wandelde veel met die aanhangers rond in de
omstreken tot tegen het Meer en met de hoogfeesten trokken zij
ook samen naar Jeruzalem. Ook waren Lazarus en zijn familie
toen reeds met de H. Familie bekend.
Wegens deze uitstappen noemden de Farizeeën van Nazareth
Jezus een landloper en ze hadden een hekel aan Hem. Levi had
Hem dit huis gegeven, opdat Hij daar, zonder vrees gestoord te
worden, zijn toehoorders zou kunnen verzamelen.
203.
Er was bij het Meer in de omstreken van Kafarnaüm een gewest
dat uit buitengewoon vruchtbare en aangename dalen bestond.
(K. bedoelt het land Gennezaret in ruime zin waartoe ook de
kleine vlakte Gennezaret in strikte zin te rekenen is).
Er waren daar meerdere oogsten in het jaar (nr. 16). Alles stond
er weelderig, stond wonderschoon groen, hing vol vruchten en
bloesems tegelijk (nr. 779). Vele rijke Joden, ook Herodes
hadden daar hoven en kastelen4.
4 Hier en nog elders spreekt K. over een kasteel van Herodes in de streek
Gennezaret, meer bepaald in de omstreken van Magdalum (nr. 236, laatste
alinea). Sprekend over de bouwwerken van Herodes de Grote, zegt Flavius
Josephus (Ant. XV, nr. 662): “Hij bouwde nog een ander kasteel te Gabara
in Galilea.” Dit Gabara hebben wij gemeend te moeten lokaliseren 3 à 4 km
Fascikel 9
27
|