211.
14 juli; Sabbat. –
Hier, boven (in deze noordelijke landstreek), zal Jezus nog enige
tijd vertoeven en dan naar de doop van Joannes gaan. Hij houdt
zich meestentijds op bij oude, deugdzame Joden in de muren van
Sarepta. Uit kracht van een oude gewoonte en uit verering voor
Elias leven die kluizenaars hier in de overweging en verklaring
der profetieën, alsook in veel gebed om de komst van de Messias.
Jezus onderrichtte hen over de Messias en over de
doop van Joannes; zij zijn deugdzaam en vroom, doch hebben
over de Messias vele verkeerde opvattingen, b.v. dat Hij met
wereldse heerlijkheid zal komen.
Jezus gaat dikwijls in het woud bij Sarepta, om daar in de
eenzaamheid te bidden; Hij predikt in de synagoge en
besteedt een goed deel van zijn tijd aan het
onderricht van de kinderen.
De volgende dag zag ik Jezus ook in de omliggende dorpen het
woord Gods verkondigen; de Joden van die dorpen
vermaande Hij om zich van de heidenen
afgezonderd te houden en alle vermenging te
vermijden; een deel van de mensen hier waren goed, een ander
deel zeer slecht. Bij Jezus zijn hier geen begeleiders, maar nu en
Sarfend zijn, een half uur ten zuidoosten van kaap Sarfend, en door een
heuvel er van gescheiden.
K. noemt Sarepta een dorp. Bij Sarepta, op een moerassige plaats had de
Syrofenicische vrouw een suikerrietplanting en in nr. 1122 wijst K.E. deze
aan ‘niet ver van de zee.’
Bij het dorp Sarfend, ten zuiden der ruïnes van de stad op de kaap vindt
men een muzelmanse weli of grafkapel, die voorheen een christelijke kapel
was, en die toegewijd is aan el-Khôdr, d.i. de altijd groene of levende, zoals
de moslims de profeet Elias noemen. Op de kaap Sarfend en nog een heel
eind ver zuidwaarts liggen de ruïnes van de heidense havenstad.
Hier zullen wij Jezus later te scheep zien gaan naar Cyprus.
Fascikel 9
45
|