Jezus onderrichtte hen. Ook van de tollenaars waren er in
Nazareth aangekomen, die naar de doop wilden, terwijl andere
groepen er reeds naar vertrokken waren.
Later in de morgen hield Jezus zijn tweede toespraak en er
kwamen daarop twee Farizeeën uit Nazareth, die Hem vriendelijk
uitnodigden hen naar de school in Nazareth te willen volgen.
(School = synagoge zelf of een zijlokaal of bijgebouw). Zij
zeiden dat zij veel over zijn leer, die Hij in de omstreken
verspreidde, gehoord hadden; het betaamde dat Hij ook hun, zijn
stadsgenoten, de profeten kwam verklaren. Jezus ging met hen
mee; zij brachten Hem in het huis van een Farizeeër, waar nog
vele van hun collega’s bijeengekomen waren. Zijn vijf leerlingen
waren Hem gevolgd. De toehorende Farizeeën waren zeer
hoffelijk en Hij sprak in zulke schone parabelen tot hen,
dat zij in zijn leer groot behagen schenen te nemen en Hem naar
de synagoge leidden. Hier waren vele mensen verzameld en Hij
handelde over Mozes en legde voorzeggingen over de
Messias uit. Doch daar Hij zó sprak, dat zij het vermoeden
kregen dat Hij zichzelf daarmee bedoelde, ergerden zij zich.
Desniettegenstaande vereerden zij Hem na de synagoge met een
maaltijd bij een Farizeeër. Met zijn vijf leerlingen sliep Jezus in
een herberg dicht bij de school.
(Tot vele synagogen behoorde zowel een herberg voor reizende
leraren als een school. Waarschijnlijk dus ook te Nazareth.)
238.
17 september. –
Jezus onderrichtte heden weer een schare tollenaars,
die naar de doop wilden. Hij leerde ook weer in de
synagoge en wel over het tarwekorreltje dat in de
aarde moet sterven. Maar spoedig ergerden de Farizeeën
zich opnieuw aan Hem en begonnen weerom van de zoon van
Jozef, de timmerman, te spreken; zij maakten Hem ook een
verwijt van zijn omgang met de tollenaars en zondaars, doch Hij
Fascikel 9
115
|