Een VALSE traditie heeft ze eeuwen lang aangewezen als de berg der
afstorting, d.i. vanwaar de Joden van Nazareth Jezus naar beneden wilden
storten.
De ware berg der afstorting ligt ten noorden dicht bij Nazareth, dat er om zo
te zeggen tegen aanleunt. Nu, die valse berg, of die twee toppen, uit de
Esdrelonvlakte bezien, maken de indruk van ingestorte torens.
K. zegt terecht dat men met schrik de mensen op de toppen van de valse
berg der afstorting ziet gaan of staan.
Een foto van die toppen met een man er op treft men aan in het boek
‘Zoeklichten over het evangelie’, door Dr. R. Stock, blz. 161; ze zijn 392 m
en 397 m hoog en voor een hoogte van 150 m nagenoeg loodrecht.
Een man daarop maakt de indruk van iemand die op een kerktoren staat.
De zogenaamde plaats ‘der afstorting’ is niet geheel boven, maar langs de
wand.
Zijn beklautering van de hoogste top beschrijft De Géramb als volgt:
“Ik was genoodzaakt mij ieder ogenblik vast te klampen, nu eens aan
vooruitspringende rotsklippen, dan weer aan wortels van struikgewas om
niet in de afgrond te rollen. De afdaling was even gevaarlijk. Gekomen op
het kleine terras van de afstorting tegen de helling onder de heuvelspits, zag
ik huiverend over de leuning in een eindeloze afgrond neer.”
Fascikel 9
53
|