de Verbondsark, (het vat) van die geheimenis of
zegen geworden was.
Daar tussenin legde Eliud Hem dikwijls allerlei schriftrollen voor
en wees daarin op passages van profeten en dan verklaarde
Jezus hem die. Toen nu Eliud eens vroeg waarom Hij dan niet
vroeger gekomen was, antwoordde Jezus hem dat Hij
slechts uit een vrouw geboren kon worden, welke op
die wijze ontvangen was, zoals mensen zonder de
zondeval zouden ontvangen geworden zijn en dat
geen huwelijkspaar sedert onze eerste ouders
beiderzijds zo rein daartoe geweest was als Anna en
Joakim. Hij zette hem dit alles uiteen en toonde hem
aan welke beletselen de zaligheid weerhouden en
vertraagd hadden.
229.
Ik vernam uit die gesprekken veel van de geschiedenis van
de Verbondsark.
Wanneer ze in de handen van de vijanden viel, was
die geheimenis of zegen er door priesters uit
genomen, zoals in ieder gevaar. En toch bleef de Ark
zo heilig, dat de vijanden voor haar schending en
ontheiliging gestraft werden en gedwongen waren
die terug te geven (I Sam. 4; 5; 6).
Ik zag ook dat een geslacht, dat Mozes aangesteld
had om ze te bewaren, tot in Herodes’ tijd heeft
bestaan. Nadat Jeremias de Verbondsark met andere
heilige voorwerpen, vóór de Babylonische
gevangenschap, op de berg Sinaï (moet zijn: Nebo) in
de schoot der aarde had doen verbergen (II Makk. 2, 4-
8), werd ze niet meer teruggevonden, maar het heilig
geheim was er niet in.
Fascikel 9
95
|