Hij trok heden door het gewest van Dotaïn (dorp Toeran) en
voorbij het krankzinnigengesticht, waar Hij, op zijn eerste reis
van Nazareth uit, de razenden en bezetenen tot rust gebracht had
(nr. 207). Terwijl Hij voorbijging riepen ze luidop zijn naam en
wilden met geweld naar buiten. Jezus verzocht de
opzichters hen buiten te laten en stelde zich borg
voor de gevolgen27. Zij werden in vrijheid gesteld en allen
waren bedaard, bevrijd en volgden Hem.
Hij kwam ‘s avonds te Kislot28, een stad bij (een uur ten westen
van) de berg Tabor gelegen. Daar woonden overwegend
Farizeeën; zij hadden van Hem gehoord en namen er aanstoot aan
dat Hij bij de tollenaars geweest was en zich zelfs hier van hen
liet vergezellen; zij hielden hen immers voor wetsovertreders; zij
namen het Hem ook kwalijk dat Hij zich liet vergezellen van
beruchte bezetenen en meer ander (verdacht) volk.
Hij trad in de school en sprak over de doop van
Joannes. In zijn toespraak richtte Hij zich ook tot
zijn gezellen: zij moesten, alvorens Hem verder te
volgen, zich toch ernstig bezinnen en zichzelven
grondig nagaan of zij ook vast besloten waren hun
voornemen (tegen elke prijs) uit te voeren; zij
mochten zich niet inbeelden dat zijn pad
gemakkelijk te begaan was en hierbij vertelde Hij hun
27 Een treffend analoog geval vinden wij in het leven van de H. Don Bosco.
Eens verzocht hij voor de gevangenen van de tuchtschool van Turijn de
gunst een wandeling te mogen maken in de vrije buiten als beloning voor de
vurigheid waarmee zij tot de H. Sacramenten genaderd waren.
De heilige begeleidde op die wandeling de 300 gevangenen en bracht ze
allen naar hun cel terug. Niet één had gepoogd te ontvluchten, ofschoon zij
onbewaakt waren.
28 Kislot-Tabor = Iksal. – Kislot-Tabor is het huidige dorp Iksal.
Met het nr. 4 van de voorrede voor ogen, zal iedere lezer in de
tegenwoordige naam de oude naam Kislot terugvinden.
Men schrijft ook wel Ksal, zodat de begin-i er welluidendheidshalve
voorgeplaatst schijnt te zijn.
Fascikel 9
79
|